ECLI:NL:RBZWB:2014:5654

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2014
Publicatiedatum
11 augustus 2014
Zaaknummer
3233138_E05082014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op verzoek tot ondercuratelestelling met evaluatie na twee jaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 augustus 2014 een beslissing genomen op een verzoek tot ondercuratelestelling van een rechthebbende. Het verzoek was ingediend vanwege de geestelijke toestand van de rechthebbende, die tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk kan waarnemen. De rechthebbende verblijft in een woonvorm van GGZ WNB en is onder behandeling bij het FACT-team. Er is vastgesteld dat de rechthebbende kwetsbaar is door misbruik door anderen, wat heeft geleid tot hoge schulden. Tijdens de zitting op 29 juli 2014 zijn de rechthebbende, zijn vader, de voorgestelde curatrice en een persoonlijk begeleider van GGZ WNB verschenen. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat de voorgestelde maatregel de meest passende is en heeft benadrukt dat naast de psychiatrische problematiek ook gewerkt moet worden aan de zelfredzaamheid van de rechthebbende.

De kantonrechter heeft besloten om de rechthebbende onder curatele te stellen, maar met de bepaling dat deze maatregel na twee jaar geëvalueerd dient te worden. Dit is in het belang van de rechthebbende, aangezien er veel moet gebeuren om zijn situatie te verbeteren. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de curatrice na twee jaar verslag moet doen van de ondercuratelestelling. De beslissing is genomen met instemming van de belanghebbenden, die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de ondercuratelestelling en de benoeming van de curatrice. De uitspraak zal binnen tien dagen na heden worden gepubliceerd in de Staatscourant en ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknr.: 3233138 OV VERZ 14-4520
beschikking d.d. 5 augustus 2014 op een verzoek tot ondercuratelestelling
ingediend door
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen rechthebbende.

1.Het procesverloop

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
het op 11 juli 2014 ter griffie ontvangen verzoekschrift;
de medische verklaring betreffende rechthebbende;
het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende
rechthebbende;
d. de akkoordverklaring van de moeder van rechthebbende;
e. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curator;
f. het proces-verbaal van de griffier met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van dinsdag 29 juli 2014.
1.2
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.
1.3
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
rechthebbende;
de ouders van rechthebbende.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van rechthebbende. Geen van de belanghebbenden heeft zich tegen het verzoek verzet.

3.De beoordeling

3.1
Aan het verzoek wordt ten grondslag gelegd dat rechthebbende als gevolg van zijn geestelijke toestand, tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd. Rechthebbende verblijft op dit moment in een woonvorm van GGZ WNB (Geestelijke GezondheidsZorg Westelijk Noord-Brabant) en is in behandeling bij het FACT (Flexible Assertive Community Treatment) team van GGZ WNB.
Aangevoerd wordt dat rechthebbende kwetsbaar is door misbruik door anderen wat zich in de afgelopen periode geopenbaard heeft doordat hij onder druk geld heeft afgestaan en telefoonabonnementen en kentekens van auto’s op zijn naam heeft laten zetten. Hierdoor zijn hoge schulden ontstaan. De kwetsbaarheid bestaat op dit moment kennelijk nog steeds wat blijkt uit het gegeven dat hij geen weerstand kan bieden aan de persoon die hem afperst/onder druk zet. Op advies van de begeleiders en behandelaars van GGZ WNB heeft rechthebbende ingestemd in de aanvraag van curatele.
3.2
Tijdens de zitting van 29 juli 2014 zijn verschenen rechthebbende, zijn vader de heer [naam], de voorgestelde curatrice mw. [naam] alsmede de heer [naam], werkzaam bij GGZ WNB in de functie van persoonlijk begeleider.
3.3
Ter zitting diende de kantonrechter er zich van te vergewissen dat de voorgestelde beschermende maatregel de meest passende is voor deze rechthebbende. Uit de overgelegde verklaring d.d. 19 mei 2014, afkomstig van GGZ WNB, blijkt dat rechthebbende -thans 25 jaar- vanuit zijn psychiatrische problematiek bekend is met paranoïde trekken, kwetsbaarheid en gevoeligheid voor stress. De kantonrechter heeft bij aanvang van de zitting al vastgesteld dat -gelet op deze problematiek- een voldoende (geestelijke) grond is voor het toepassen van een wettelijke beschermende maatregel. De vraag rijst echter of rechthebbende hierbij daadwerkelijk onder curatele moet worden gesteld of dat het instellen van beschermings- bewind (met registratie in het Centrale Curatele- en Bewindsregister) in combinatie met het instellen van een mentorschap voldoende is voor een deugdelijke algehele belangenbehartiging ten behoeve van rechthebbende.
3.4
De kantonrechter heeft ter zitting reeds benadrukt dat rechthebbende een jongeman is en dat naast de psychiatrische problematiek gewerkt moet worden aan de (toekomstige) zelfredzaamheid. Curatele en de daaruit voortvloeiende handelingsonbekwaamheid is naar het oordeel van de kantonrechter niet bevorderlijk voor het werken aan zelfredzaamheid. Daarnaast moet ook nog gewerkt worden aan de ontstane schuldenproblematiek. Van belang is dat er een goed plan van aanpak m.b.t. de totale problematiek wordt gemaakt. Dit plan van aanpak dient gelijktijdig met de boedelbeschrijving te worden ingediend.
3.5
De kantonrechter ziet echter wel het belang dat voor een korte periode gekozen wordt voor de zwaarste beschermende maatregel, te weten: curatele. Er dient immers veel te gebeuren in het belang van rechthebbende. Om die reden zal de kantonrechter hierna rechthebbende onder curatele stellen. De kantonrechter zal hierbij echter nadrukkelijk bepalen dat deze beschermende maatregel al na 2 (twee) jaar geëvalueerd dient te worden. De kantonrechter zal daarom hierna bepalen, dat de -te benoemen- curatrice na verloop van twee jaar verslag van de ondercuratelestelling, als bedoeld in artikel 1:385, lid 2 BW, dient te doen.
3.6
De belanghebbenden hebben schriftelijk en/of ter terechtzitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen de ondercuratelestelling van rechthebbende en benoeming van de voorgestelde curatrice. Deze benoeming is in overeenstemming met de uitdrukkelijke voorkeur van rechthebbende.
3.7
Aangezien de voorgestelde curatrice zich bereid heeft verklaard het curatorschap te aanvaarden en ten aanzien van haar geen bezwaren zijn gebleken, zal de kantonrechter haar in die functie benoemen.
3.8
Op grond van artikel 1:390 BW zal deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen na heden door de griffier worden gepubliceerd in de Staatscourant en zal op grond van artikel 1:391 BW deze uitspraak door de griffier worden ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.

4.De beslissing

De kantonrechter:
stelt onder curatele [naam], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Bergen op Zoom;
benoemt over deze tot curatrice [naam], h.o.d.n. [bedrijfsnaam], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], adres houdend te [vestigingsplaats], [adres];
bepaalt dat de curatrice na 2 jaar verslag zal doen van het verloop van de ondercuratelestelling, als bedoeld in artikel 1:385, lid 2 BW;
bepaalt dat deze uitspraak binnen tien dagen na heden door de griffier wordt gepubliceerd in de Staatscourant;
bepaalt dat deze uitspraak door de griffier wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 augustus 2014.