ECLI:NL:RBZWB:2014:5647
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake verlof voor begraving of crematie
Op 6 augustus 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar maakten tegen het besluit van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Drimmelen. Dit besluit betrof het verlenen van verlof voor de begraving of crematie van het lichaam van een overleden persoon. Verzoekers, die in deze zaak optraden als aanvragers, hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestreden besluit te schorsen totdat op het ingediende bezwaarschrift zou zijn beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de ambtenaar van de burgerlijke stand gehouden was om het verlof te verlenen, mits voldaan was aan de voorwaarden van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). De ambtenaar moest enkel vaststellen of er sprake was van een overlijden en of het lichaam was vrijgegeven. De rechter benadrukte dat de wetgever zich niet heeft willen uitlaten over het recht of de plicht tot begraven of cremeren, en dat de ambtenaar zich niet mocht bemoeien met de vraag wie de meest gerede partij was om over de uitvaart te beslissen, indien er een geschil was tussen nabestaanden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het bestreden besluit een voor beroep vatbaar besluit was en dat het belang van verzoekers bij het bezwaar duidelijk was, evenals het spoedeisend belang bij een spoedig oordeel. Ondanks dat het verlof was verleend aan een derde partij, was het oordeel van de voorzieningenrechter dat verzoekers ook gebruik konden maken van het verlof om het lichaam te begraven of te cremeren. De rechter oordeelde dat de ambtenaar een onjuiste afweging had gemaakt door het verlof aan de derde partij te verstrekken, maar dat dit niet leidde tot een gebrek aan het bestreden besluit. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.