IV. Ongedaanmaking, verwerping, legaten.
Als mijn echtgenoot met gebruikmaking van het bepaalde in artikel 18 van Boek 4 van het
Burgerlijk Wetboek, de wettelijke verdeling ongedaan maakt, of als hij mijn nalatenschap
verwerpt, legateer ik aan hem, onverminderd zijn sub II omschreven erfdeel:
1.(..)
2. het vruchtgebruik van mijn gehele nalatenschap dan wel van die goederen die mijn
echtgenoot mocht verkiezen…(etc.)
- tot de nalatenschap zijn gerechtigd [verweerder], de drie kinderen van erflaatster en drie
kinderen van [verweerder], ieder voor 1/7e deel;
- uit de op 4 augustus 2011 opgemaakte notariële akte van boedelbeschrijving volgt dat het
saldo van de nalatenschap € 88.583,55 bedraagt.
- bij brief van 5 december 2011 aan [verweerder] heeft (de toenmalige gemachtigde van)
verzoeker [voornaam]. [verzoekers] voor het eerst aanspraak gemaakt op het wilsrecht als bedoeld in
artikel 4:21 BW. In die brief werd onder meer aangevoerd dat elk erfdeel € 12.654,79
bedraagt, dat ten gevolge van de wettelijke verdeling [verzoekers] voornoemd een vordering tot
dat bedrag op [verweerder] heeft en werd [verweerder] verzocht een met die vordering
corresponderend aandeel in de eigendom van de echtelijke woning aan [verzoekers] over te
dragen, dan wel de vordering uit te betalen;
- bij brief van 25 oktober 2012 aan [verweerder] heeft ook verzoekster[voornaam]. [verzoekers] een
beroep gedaan op het wilsrecht;
- onder meer bij brief van 2 mei 2013 heeft [verweerder] aan [verzoekers] doen weten dat hij geen
gehoor zal geven aan het verzoek om over te gaan tot uitbetaling of het stellen van
hypothecaire zekerheid;
- de gemachtigde van [verzoekers] heeft ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:25 lid 2 BW,
bij brief van 11 april 2014 aan [voornaam]. [verzoekers] medegedeeld dat[voornaam]. [verzoekers] een beroep
heeft gedaan op het wilsrecht.