ECLI:NL:RBZWB:2014:4632

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 juli 2014
Publicatiedatum
10 juli 2014
Zaaknummer
C/02/269867 / HA ZA 13-706
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van curator tot terugbetaling door vennootschap van onbevoegd verrichte betaling op faillissementsdag

In deze zaak vorderde de curator, Mr. Stephanus Marie Willem Laurens van Boven, namens Snowbase Personeel B.V., een bedrag van € 30.327,73 van de vennootschap Snowbase Faciliteitenbeheer B.V. De curator stelde dat op de dag van het faillissement van Snowbase Personeel B.V., op 29 mei 2012, een bedrag van € 28.000,- onbevoegd was overgemaakt naar Snowbase Faciliteiten. De curator betoogde dat deze betaling niet rechtsgeldig was, aangezien Snowbase Personeel B.V. op dat moment geen beschikking meer had over haar vermogen. De curator vorderde daarnaast wettelijke rente en proceskosten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betaling op de faillissementsdag heeft plaatsgevonden en dat Snowbase Personeel B.V. op dat moment niet bevoegd was om deze betaling te verrichten. De rechtbank oordeelde dat de betaling onrechtmatig was en dat Snowbase Faciliteitenbeheer B.V. verplicht was om het bedrag terug te betalen. De curator betwistte het verweer van Snowbase Faciliteiten, dat stelde dat de betaling bevoegd was gedaan, en de rechtbank oordeelde dat de curator in zijn vordering gelijk had.

De rechtbank heeft de vordering van de curator toegewezen en Snowbase Faciliteiten veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kosten van de curator werden begroot op € 2.080,48. Dit vonnis is uitgesproken op 9 juli 2014 door rechter E.K. van der Lende-Mulder Smit.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Zittingsplaats: Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/269867 / HA ZA 13-706
Vonnis van 9 juli 2014
in de zaak van
Mr. STEPHANUS MARIE WILLEM LAURENS VAN BOVEN
in hoedanigheid van curator in het faillissement van
Snowbase Personeel B.V.,
wonende te Middelburg,
eiser,
advocaat mr. J.B. de Meester te Middelburg,
tegen
de besloten vennootschap
SNOWBASE FACILITEITENBEHEER B.V.,
gevestigd te Terneuzen,
gedaagde,
advocaat mr. J.M. de Jonge te Goes.
Partijen zullen hierna de curator en Snowbase Faciliteiten worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 11 december 2013
  • het proces-verbaal van comparitie van 28 februari 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Snowbase Personeel B.V., zustervennootschap van Snowbase Faciliteiten, is op 29 mei 2012 failliet verklaard met benoeming van eiser tot curator.

3.Het geschil

3.1.
De curator vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Snowbase Faciliteiten veroordeelt tot betaling van € 30.327,73, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 september 2013 en de proceskosten. Hij stelt daartoe als volgt.
3.2.
Op de dag van uitspreken van het faillissement, 29 mei 2012, is € 28.000,-- betaald van de ING-girorekening van Snowbase Personeel en bijgeschreven op de ING-girorekening van Snowbase Faciliteiten. Vanwege het faillissement heeft Snowbase Personeel per die datum de beschikking en het beheer over haar vermogen verloren. De curator is daarmee belast. De verrichte betaling is onbevoegd gedaan en de boedel is daardoor niet gebonden. Snowbase Faciliteiten handelt onrechtmatig door ondanks verzoeken en sommatie in gebreke te blijven met terugbetaling van het bedrag.
De curator betwist in reactie op het verweer van Snowbase Faciliteiten dat een overboeking om 00.00 uur plaatsvindt. Dat is geen regel. Hij betwist ook dat de opdracht tot betaling vóór 29 mei 2012 is gegeven. Verder stelt hij dat zelfs als de opdracht tot betaling is gegeven vóór 29 mei 2012, geldt dat de creditering heeft plaatsgevonden op de dag van uitspraak van het faillissement.
Voor zover nodig vernietigt hij de rechtshandeling tot betaling van € 28.000,-- ex art. 47 Fw.
De wettelijke rente, verschuldigd vanaf 29 mei 2012, bedraagt tot en met 12 september 2013 € 1.117,73. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen conform de staffel die vanaf 1 juli 2012 geldt, € 1.210,00 incl. BTW.
3.3.
Snowbase Faciliteiten concludeert tot afwijzing van de vordering. Zij stelt dat naast Snowbase Personeel B.V. en Snowbase Faciliteiten er sprake is van nog twee zustervennootschappen: Snowbase Horeca B.V. en Snowbase Holding B.V. Deze vier vennootschappen exploiteerden gezamenlijk de skihal te Terneuzen, waarbij Snowbase Faciliteiten was belast met het beheer van de gebouwen, inventaris en energievoorziening, Snowbase Horeca B.V. met de horeca en Snowbase Personeel B.V. met de exploitatie van de skipiste. De inkomsten werden gegenereerd door Snowbase Horeca B.V. en Snowbase Personeel B.V., de kosten – net name de leveranties van energie – werden voldaan uit Snowbase Faciliteiten. Snowbase Horeca B.V. en Snowbase Personeel B.V. betaalden maandelijks (afgeronde) bedragen op de rekening van Snowbase Faciliteiten, zoals is te zien op de dagafschriften.
De betaling van € 28.000,-- is daarmee in lijn. Van dit bedrag is geleverde energie betaald. De opdracht daartoe is gegeven vóór 29 mei 2012 en door de bank uitgevoerd op 29 mei 2012 om 00.00 uur. Ook de creditering bij Snowbase Faciliteiten heeft plaatsgevonden op 29 mei 2012 om 00.00 uur, zodat de betaling op dat moment is voltooid. Snowbase Personeel B.V. heeft vóór 29 mei 2012 over haar bankrekening beschikt. De betaling is bevoegd gedaan. Er is ook geen sprake van een onverplicht verrichte rechtshandeling.

4.De beoordeling

4.1.
Niet relevant is wanneer Snowbase Personeel B.V. de opdracht tot betaling heeft gegeven. Aangezien Snowbase Personeel B.V. en Snowbase Faciliteiten dezelfde giro-instelling, namelijk ING, hebben, kan Snowbase Faciliteiten alleen aan de verplichting tot terugbetaling ontkomen als de bijschrijving op haar rekening is voltooid op de dag vóór faillietverklaring, dus vóór 29 mei 2012. Op het als prod. 1 bij dagvaarding overgelegde bankafschrift van de girorekening van Snowbase Personeel B.V. staat dat op 29 mei 2012
€ 28.000,00 is betaald aan Snowbase Faciliteiten. Op het als prod. 2 bij dagvaarding overgelegde bankafschrift van de girorekening van Snowbase Faciliteiten staat dat op 29 mei 2012 € 28.000,00 van Snowbase Personeel B.V. is ontvangen. Dit is dus niet vóór, maar op de dag van faillietverklaring. De betaling is onbevoegd door Snowbase Personeel B.V. verricht en moet door Snowbase Faciliteiten worden terugbetaald. Of en in hoeverre met het overgemaakte bedrag door Snowbase Faciliteiten energieleveranties zijn voldaan doet voor de vraag of onbevoegd door Snowbase Personeel is betaald, niet ter zake.
4.2.
De vordering van de curator zal worden toegewezen. Dit geldt ook voor de onweersproken gebleven wettelijke rente en de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Snowbase Faciliteiten zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten van de curator worden tot dusver begroot op:
  • kosten dagvaarding € 80,48
  • griffierecht € 842,00
  • salaris advocaat
totaal € 2.080,48

5.De beslissing

De rechtbank
veroordeelt Snowbase Faciliteitenbeheer B.V. tot betaling aan de curator van € 30.327,73, vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119 BW met ingang van 13 september 2013 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Snowbase Faciliteitenbeheer B.V. tot betaling aan de curator van de proceskosten ad € 2.080,48;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2014.