Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 december 2012
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 20 december 2012
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 24 januari 2013
- de beslissing d.d. 28 januari 2013
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 18 februari 2013
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 mei 2013
- het deskundigenbericht d.d. 28 oktober 2013
- de conclusie na enquête alsmede conclusie na deskundigenbericht zijdens [gedaagde]
- de conclusie na enquête tevens uitlating na deskundigenbericht zijdens [eiser].
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
- griffierecht € 588,--
- salaris advocaat (2 punten x tarief € 579,--)
bij het nieuwe pand”. De rechtbank verwijst derhalve naar en blijft bij hetgeen zij in haar tussenvonnis d.d. 20 juni 2012 zonder voorbehoud heeft overwogen. Naar aanleiding van de conclusies van de deskundige overweegt de rechtbank het volgende. Het uitgangspunt bij het geven van de opdracht aan de deskundige was de stelling van [gedaagde] dat de schimmelvorming te wijten was aan het niet voorbehandelen van de gestucte wanden. Nu de deskundige in zijn rapport aangeeft dat de deze voorbehandeling waarschijnlijk wel heeft plaatsgevonden maar geen invloed heeft op de schimmelvorming, kan aan de hand van het deskundigenrapport niet worden geconcludeerd dat [gedaagde] haar stelling ter zake heeft bewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding een aanvullend onderzoek door de deskundige te gelasten betreffende de hechting, nu hij zelf al aangeeft dat het zeer onwaarschijnlijk is dat het eventuele ontbreken van deze laag de schimmelvorming veroorzaakt heeft. Ook voor aanvullend onderzoek betreffende de oorzaak van de schimmelvorming is in het kader van de onderhavige procedure geen plaats. Dit onderdeel wordt dan ook afgewezen.
“Het is normaal dat je riolering, totdat die wordt aangesloten, tijdelijk afsluit met lappen of iets dergelijks en dat die worden weggehaald als de riolering wordt aangesloten.”en:
“Ik heb de materialen niet verwijderd, want [eiser] heeft de riolering zelf aangesloten op het sanitair.”
€ 14.060,75 - € 13.379,00), welk bedrag verrekend dient te worden met de hotelrekening van € 784,50. Per saldo is [eiser] derhalve aan [gedaagde] nog een bedrag van