Uitspraak
1.De procedure
2.Het verzoek
3.De feiten
“De verdachte geeft aan het niet eens te zijn met de gang van zaken. De verdachte geeft voorts aan dat zijn advocaat het niet goed heeft gedaan omdat de getuigen wel gehoord moeten worden. De verdachte geeft meermaals aan dat hij de politierechter wil wraken. De raadsman wendt zich tot de verdachte en geeft meermaals aan dat zij niet gaan wraken omdat dit geen wraking is. De raadsman heeft de verdachte vervolgens weggeleid uit de zittingszaal.”
4.De gronden van het wrakingsverzoek en het standpunt van verzoeker
- De politierechter heeft volstrekt ten onrechte het verzoek tot het horen van getuigen afgewezen. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat het horen van die getuigen, verzoekers moeder en de aangeefster van het aan hem tenlastegelegde feit, van wezenlijk belang is voor zijn verdediging.
- De politierechter heeft niet toegestaan ook andere van belang zijnde telefoongesprekken aan het dossier toe te voegen.
- De politierechter heeft volgens verzoeker hem niet de gelegenheid geboden het woord te voeren, en
- de politierechter heeft op de zitting hem ten onrechte aangemerkt als een ontkennende verdachte.