Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser sub 1],
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
in conventie en in reconventie
- het tussenvonnis van 15 januari 2014
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overleggen producties tevens akte
- het proces-verbaal van comparitie van 25 februari 2014
- onttrekken advocaat [eiser]
- stellen nieuwe advocaat [eiser].
2.De feiten
in conventie en in reconventie
3.Het geschil
in conventie
- Meijer te veroordelen tot schadevergoeding, op te maken bij staat;
- Meijer te veroordelen in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
4.De beoordeling
in conventie
Strijd met artikel 5:50 lid 4 BW” onder punt 9 gemotiveerd dat er door verjaring een erfdienstbaarheid van uitzicht is ontstaan en uiteenzet, onder punt 10 en 11, welke vorderingen hij daaraan zal verbinden. Onder punt 12 stelt [eiser] dat uit het vorenstaande volgt dat evident blijkt dat [gedaagde] in strijd handelt met artikel 5:50 lid 4 BW. De rechtbank maakt hieruit op dat [eiser] het bestaan van de erfdienstbaarheid aanvoert ter onderbouwing van zijn vordering dat [gedaagde] heeft gebouwd in strijd met artikel 5:50 lid 4 BW. Ingevolge artikel 5:50 lid 4 BW mag een eigenaar van een naburig erf binnen een afstand van 2 meter van een opening, hier venster, waarvan als gevolg van verjaring geen wegneming meer kan worden gevorderd, geen gebouw of werk aanbrengen die de eigenaar van het andere erf onredelijk zou hinderen, behoudens voor zover zulk een gebouw of werk zich daar reeds op het tijdstip van de voltooiing van de verjaring bevond. [gedaagde] erkent dat de vensters in de muur van [eiser] al vanaf 1985 aanwezig zijn en hij als gevolg van verjaring geen wegneming meer kan vorderen. [eiser] heeft voor de beantwoording van de vraag of [gedaagde] in strijd met artikel 5:50 lid 4 heeft gebouwd er dan ook geen belang bij dat komt vast te staan dat sprake is van een erfdienstbaarheid van uitzicht. De rechtbank zal hetgeen partijen omtrent het bestaan van de erfdienstbaarheid van uitzicht over en weer hebben gesteld niet beoordelen en de vorderingen voor recht te verklaren dat een erfdienstbaarheid van uitzicht is ontstaan en [gedaagde] te veroordelen mee te werken aan inschrijving daarvan afwijzen.
5.De beslissing
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
binnen twee wekenna een daartoe strekkend betalingsverzoek van de griffie,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
1 oktober 2014,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voort procederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser] op een termijn van vier weken. De rechtbank stelt [eiser] in staat om ter gelegenheid van deze conclusie zijn stellingen ter zake van hinder door stank en rookoverlast nader te onderbouwen.