ECLI:NL:RBZWB:2014:4373

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 januari 2014
Publicatiedatum
30 juni 2014
Zaaknummer
C/02/264123 / HA ZA 13-355
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van geleend geld door Future's Capital B.V. aan gedaagde

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 januari 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Future's Capital B.V. en een gedaagde. Future's Capital vorderde de terugbetaling van een lening van € 52.000,00, vermeerderd met contractuele rente van 7% per jaar vanaf 1 mei 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde de rente- en aflossingsverplichtingen uit de notariële akte niet is nagekomen, waardoor de hoofdsom direct opeisbaar is geworden. De rechtbank heeft de vordering van Future's Capital toegewezen, ondanks het verweer van de gedaagde dat hij nooit een bedrag van € 52.000,00 van Future's Capital heeft ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat er sprake was van misbruik van omstandigheden. De rechtbank heeft ook de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Future's Capital niet had aangetoond dat deze kosten waren gemaakt. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.149,34. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/264123 / HA ZA 13-355
Vonnis van 15 januari 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUTURE'S CAPITAL B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Aardenburg,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. J.J. Spijk te Middelburg,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. D.P. Kant te Goor.
Partijen zullen hierna Future's Capital en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 21 augustus 2013,
  • de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie van 19 november 2013 zijdens Future’s Capital,
  • de akte overlegging producties van 19 november 2013 zijdens Future’s Capital,
  • het proces-verbaal van comparitie van 19 november 2013.

2.De feiten

2.1.
[naam bestuurder] is bestuurder van Future’s Capital.
2.2.
In februari 2009 heeft [gedaagde] [naam bestuurder] verzocht om een lening van € 10.000,00. Bij het verstrekken van de lening is afgesproken dat [gedaagde] € 10.000,00 rente zou betalen. De door [gedaagde] ondertekende schuldbekentenis van 13 februari 2009 vermeldt het volgende:
“(…)
Geachte heer [naam bestuurder],
Bij dezen verklaart ondergetekende [gedaagde] van U te hebben ontvangen een bedrag groot € 20.000,= = (zeggentwintigduizendeuro). (…)”
De schuldbekentenis is voorzien van een handgeschreven goedschrift.
2.3. Bij e-mail van 5 december 2010 heeft [naam bestuurder] [gedaagde] het volgende bericht:

Onderwerp:mogelijke financiering Futures Capital BV aan [gedaagde]
Beste [gedaagde],
(…) Nieuw te verstrekken lening € 30/k met 1e resp. 2e hypotheek op Koudekerke en Middelburg (…) van € 50/k. Mijn BV heeft nog € 20/k tegoed van je, vandaar € 50/k. Als een van biede panden wordt verkocht, (wat volgens mij de bedoeling is), dan wordt uit opbrengst de restant schuld uiteraard voldaan aan Futures Capital BV. (…)”
2.4.
Bij e-mail van 5 december 2010 heeft [gedaagde] [naam bestuurder] het volgende bericht:
“(…)
Onderwerp:RE: mogelijke financiering Futures Capital BV aan [gedaagde]
Dear [naam bestuurder],
Bedankt voor je voorstel. (…)
Ik leen dit bedrag in privé van jouw (b.v.), hoewel het wel zakelijke activiteiten zijn, met het pand van mijn vrouw aan de [adres] als onderpand. (…)”
2.5.
Op 8 december 2010 is tussen partijen een notariële akte gepasseerd. Deze akte vermeldt het volgende:
“(…) Op acht december tweeduizend tien, verschenen voor mij (…):
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUTURE’S CAPITAL B.V.(… ) hierna te noemen “de schuldeiser”;
2.a. (…) de heer [gedaagde] (…) hierna te noemen “de schuldenaar”. (…)
GELDLENING
De schuldenaar erkent schuldig aan de schuldeiser, die deze schuldbekentenis aanneemt, een bedrag groot tweeënvijftigduizend euro
(€ 52.000,00), hierna te noemen “de hoofdsom”.
Voor deze geldlening gelden de navolgende bepalingen en bedingen:
(…)
2. Rente
Vanaf heden is over de hoofdsom respectievelijk het restant daarvan een rente verschuldigd berekend naar
zeven procent (7 %)per jaar, te voldoen in driemaandelijkse termijnen bij achterafbetaling, voor het eerst uiterlijk op
dertig juni tweeduizend elf, over het sedert heden verstreken tijdvak.
3. Aflossing
Aflossing van de hoofdsom dient te geschieden op de genoemde rentevervaldata, voor het eerst op dertig juni tweeduizend elf, telkens een bedrag van tweeduizend zevenhonderd zesendertig euro en vijfentachtig eurocent (€ 2.736,85). (…)
5. Opeisbaarheid
De hoofdsom is direct opeisbaar en dient met de lopende en de eventueel achterstallige rente en met drie maanden extra rente te worden terugbetaald:
a. bij niet nakoming door de schuldenaar van enige verplichting uit deze overeenkomst van geldlening indien niet binnen acht dagen na ingebrekestelling de betrokken verplichting alsnog is nagekomen; (…).”
2.6.
Op 6 maart 2013 heeft Future's Capital € 1.000,00 van [gedaagde] ontvangen.
2.7.
Bij brief van 22 maart 2013 heeft Future's Capital [gedaagde] het volgende bericht.
“(…) Namens Future's Capital stel ik u nogmaals in gebreke. Tevens verzoek ik u en zo nodig sommeer ik u binnen veertien dagen na vandaag een bedrag groot € 26.982,91 over te maken naar bankrekening ING 67.63.24.827 (…).”

3.Het geschil

In conventie

3.1.
Future's Capital vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 52.000,00, te vermeerderen met de contractuele rente van 7 % per jaar vanaf 1 mei 2013. Daarnaast vordert Future's Capital [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 8.626,05, bestaande uit achterstallige contractuele rente vanaf 8 december 2010 tot 1 mei 2013 en drie maanden extra rente minus de op 6 maart 2013 door [gedaagde] betaalde € 1.000,00. Tot slot vordert Future's Capital betaling van buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten.
3.2.
Future's Capital legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] de rente- en aflossingsverplichtingen zoals neergelegd in de notariële akte niet is nagekomen. Ook na de ingebrekestelling van 22 maart 2013 is betaling door [gedaagde] uitgebleven. Hierdoor is de hoofdsom van € 52.000,00 direct opeisbaar en is [gedaagde] naast achterstallige rente eveneens drie maanden extra rente verschuldigd.
In reactie op het verweer van [gedaagde] betwist Future's Capital dat [gedaagde] ten behoeve van haar of [naam bestuurder] een juridische procedure in Luxemburg heeft gevoerd. [gedaagde] heeft uitsluitend op vrijwillige basis eenvoudige werkzaamheden verricht, waarvoor geen factuur of opdrachtbevestiging is verzonden.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en betwist dat hij een overeenkomst heeft gesloten met Future’s Capital. [gedaagde] heeft nooit een bedrag van € 52.000,00 van Future's Capital ontvangen. Wel heeft [gedaagde] € 10.000,00 ontvangen van [naam bestuurder], aan wie ook de schuldbekentenis van 13 februari 2009 is gericht. Ter zitting heeft [gedaagde] toegelicht dat hij gezien zijn slechte financiële positie heeft ingestemd met een rente van € 10.000,00, maar dat hij deze afspraak later heeft ontbonden dan wel vernietigd wegens misbruik van omstandigheden.
Uit hoofde van de zakelijke relatie tussen [gedaagde] en [naam bestuurder] is [naam bestuurder] hem nog € 23.000,00 en € 7.600,00 verschuldigd. De vorderingen die [naam bestuurder] en [gedaagde] over en weer op elkaar hebben dienen te worden verrekend.
In voorwaardelijke reconventie
3.4.
Voor zover [naam bestuurder] zich op het standpunt stelt dat niet hij maar Future's Capital € 23.000,00 van [gedaagde] heeft ontvangen en opdracht heeft gegeven de door [gedaagde] verrichte werkzaamheden uit te voeren, vordert [gedaagde] – samengevat – Future's Capital te veroordelen tot betaling van € 23.000,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf juli 2004 en tot betaling van € 7.600,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf oktober 2009.
3.5.
Future's Capital voert verweer en stelt dat niet is voldaan aan voornoemde voorwaarde, zodat niet kan worden toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van de reconventionele vordering.

4.De beoordeling

In conventie

4.1.
Future's Capital heeft haar stelling dat zij met [gedaagde] een overeenkomst van geldlening heeft gesloten uitvoerig onderbouwd. Niet alleen blijkt uit de overgelegde notariële akte dat [gedaagde] heeft erkend € 52.000,00 schuldig te zijn aan Future’s Capital, ook uit de overgelegde e-mailwisseling tussen Future's Capital en [gedaagde] blijkt dat de geldleningen zijn verstrekt door Future’s Capital. Daarnaast staven de overgelegde rekeningafschriften de stelling van Future's Capital dat de geldleningen ook daadwerkelijk zijn verstrekt. In het licht van deze onderbouwde stelling is de kale betwisting door [gedaagde] van het bestaan van deze overeenkomst tussen partijen en het hebben ontvangen van de geldleningen onvoldoende. Ook de stelling dat voor wat betreft de in 2009 overeengekomen rente van € 10.000,00 sprake zou zijn misbruik van omstandigheden heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd met concrete feiten en omstandigheden.
Als onweersproken stelt de rechtbank vast dat [gedaagde] de in de notariële akte neergelegde rente- en aflossingsverplichtingen niet is nagekomen, de hoofdsom direct opeisbaar is en [gedaagde] op grond van de notariële akte naast achterstallige rente eveneens drie maanden extra rente verschuldigd is.
De rechtbank verwerpt het verweer van [gedaagde] dat de vorderingen van [naam bestuurder] dienen te worden verrekend met de vorderingen die [gedaagde] op [naam bestuurder] heeft. Daargelaten de vraag of [gedaagde] deze vorderingen op [naam bestuurder] toekomt, is [naam bestuurder] in onderhavige procedure geen partij. Om die reden kan van verrekening geen sprake zijn.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van Future's Capital worden toegewezen.
4.2.
De door Future's Capital gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Buitengerechtelijke incassokosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking, indien zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Future's Capital heeft niet gesteld dat zij dergelijke kosten heeft gemaakt, noch dat deze kosten betrekking hebben op voornoemde verrichtingen.
4.3.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Future's Capital worden begroot op:
- dagvaarding € 78,34
- griffierecht 1.836,00
- salaris advocaat
2.235,00(2,5 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 4.149,34
In voorwaardelijke reconventie
4.4.
De eis in reconventie is voorwaardelijk ingesteld, te weten onder de voorwaarde dat [naam bestuurder] zich op het standpunt stelt dat niet hij maar Future's Capital € 23.000,00 van [gedaagde] heeft ontvangen en opdracht heeft gegeven de door [gedaagde] verrichte werkzaamheden uit te voeren. Zoals hiervoor is overwogen is [naam bestuurder] in onderhavige procedure geen partij. Hij kan om die reden in deze procedure geen standpunt innemen, zodat de voorwaarde niet is vervuld. De rechtbank komt derhalve niet toe aan een beoordeling van de vordering in reconventie.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Future's Capital te betalen een bedrag van € 60.626,05 (zestigduizend zeshonderdzesentwintig euro en vijf cent), vermeerderd met de contractuele rente van 7 % per jaar over de hoofdsom van € 52.000,00 met ingang van 1 mei 2013 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Future's Capital tot op heden begroot op € 4.149,34, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2014. [1]

Voetnoten

1.SdJ