Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
AIMG S.À.R.L.,
1.MR. S.M.W.L. VAN BOVEN,
MR. R. VAN DEN BOS,
MR. F.T. HIEMSTRA,
de besloten vennootschap Thermphos International B.V.,
4 de publiekrechtelijke rechtspersoon PROVINCIE ZEELAND,
1.De procedure
2.De feiten
sale-and-lease-back overeenkomstverkocht en geleverd aan Zeeland Seaports N.V. (hierna te noemen: ZSP), onder voorbehoud van een recht van erfpacht en een recht van opstal. Ook op grond van de tussen TI en ZSP geldende erfpachtvoorwaarden ontstaan er na beëindiging van het recht van erfpacht en opstal ontruimings- en opruimverplichtingen voor TI.
term sheet. De afspraken komen er in de kern op neer dat € 37.200.000,= van het boedelactief wordt aangewend voor een schikking waarbij de boedel met ingang van 1 juli 2014 finaal wordt bevrijd van de vermeende boedelschuld in de orde van grootte van € 70.000.000,= tot
€ 90.000.000,= en (de kosten van) het beheer van de site, alsmede de vermeende schuld inzake achterstallige canon vanaf 24 september 2012.
term sheetis onder J het volgende opgenomen: ‘
Partijen zijn met elkaar tot overeenstemming gekomen en beogen in deze Term Sheet de belangrijkste afspraken vast te leggen. Deze afspraken binden partijen eerst nadat zij zijn neergelegd in een door partijen ondertekende overeenkomst die is goedgekeurd door de rechter-commissaris in het faillissement van Thermphos, het college van gedeputeerde staten van de Provincie en het bestuur en de raad van commissarissen van ZSP (“Overeenkomst”).’
term sheetis op 5 maart 2014 door partijen ondertekend en diezelfde dag door de curatoren aan de commissie van crediteuren (bestaande uit AIMG, AkzoNobel en ZSP) ter advisering voorgelegd.
(…) Zouden wij echter moeten aannemen dat het totaal moet worden aangemerkt als een negatief advies, dan moet ik u mededelen dat wij contrair zullen gaan.De regeling hebben wij inmiddels met de rechter-commissaris besproken. Zij geeft de goedkeuring voor de deal zoals in de term sheet is neergelegd. Het leek ons juist om u hiervan op de hoogte te stellen (…)’.
term sheette herzien.
In die brief stellen zij onder meer het volgende:
1. (…) Wat de waarde van dit vonnis is kan men zich afvragen. Als geen definitieve regeling wordt getroffen, zullen de Provincie en ZSP ongetwijfeld appèl instellen.(…)
‘in het vonnis van deze rechtbank van 19 maart 2014 (vooralsnog) geen aanleiding ziet haar gegeven goedkeuring voor de hiervoor genoemde regeling te heroverwegen.’
term sheetna te laten. Tegen dit verzoek hebben ZSP en de Provincie als belanghebbenden verweer gevoerd. De curatoren hebben eveneens verzocht het verzoek af te wijzen.
term sheeten dat voor effectuering daarvan in feite enkel nog de goedkeuring van de rechter-commissaris (alsmede van de beslissingsbevoegde organen van ZSP en de Provincie) nodig was. Nu de goedkeuring voor de vaststellingsovereenkomst is gegeven en – door het verstrijken van de hoger beroepstermijn – onherroepelijk is geworden, kan niet meer aan binding van de curatoren aan de vaststellingsovereenkomst worden ontkomen door een beroep op artikel 69 Fw. Derhalve dient AIMG niet-ontvankelijk te worden verklaard, aldus de rechter-commissaris.
‘zij hopen de definitieve overeenkomst dezer dagen te tekenen.’
3.Het geschil
term sheette sluiten, zolang er geen in kracht van gewijsde gegane uitspraak is die bepaalt of goedkeuring voor de definitieve overeenkomst is verleend, met veroordeling van de curatoren in de proceskosten.
term sheetneergelegde deal – maar er is ook (nog) geen sprake van goedkeuring in de zin van artikel 104 Fw. De rechter-commissaris heeft slechts goedkeuring verleend voor de afspraken zoals die zijn neergelegd de
term sheet. De afspraken in de
term sheetzijn niet bindend. Het zijn afspraken op hoofdlijnen die nog in een definitieve overeenkomst moeten worden uitgewerkt en vastgelegd. Voor deze nog te sluiten definitieve overeenkomst dient de rechter-commissaris nog haar goedkeuring te verlenen. Volgens AIMG blijkt het niet bindende karakter van de
term sheetniet alleen uit de inhoud van de
term sheetzelf (de formulering van de aanhef en overweging J van de
term sheet), maar ook uit de brief van de curatoren van 24 maart 2014.
term sheetniet in het belang van de gezamenlijke crediteuren van TI is. Nu de curatoren hebben aangegeven voornemens te zijn op korte termijn tot ondertekening van de overeenkomst over te gaan, heeft AIMG spoedeisend belang bij haar vordering. Het sluiten van de definitieve overeenkomst door de curatoren zou onomkeerbare gevolgen hebben, aangezien de mogelijkheden om een vaststellingsovereenkomst aan te tasten zeer beperkt zijn en de vaststellingsovereenkomst tot gevolg heeft dat ten onrechte een buitenproportioneel bedrag van € 37.200.000,= uit de boedel verdwijnt. Het belang van AIMG als individuele en grootste crediteur in het faillissement van TI dreigt dan ook ernstig te worden geschaad als de in de
term sheetneergelegde afspraken definitief worden.
term sheetde tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst is, die alleen nog toestemming behoefde van de daartoe bevoegde autoriteiten. Het had AIMG duidelijk moeten zijn dat de door de rechter-commissaris op 17 maart 2014 verleende toestemming de in de
term sheetbedoelde toestemming ex artikel 104 Fw was, die de curatoren aan de afspraken zoals neergelegd in de
term sheetbond.
Daarnaast kan de vordering van AIMG wordt beschouwd als een vordering tot schorsing van de executie van de beschikking van de rechter-commissaris. Er is in zoverre dan ook sprake van een executiegeschil. De Provincie schaart zich wat dat betreft achter het verweer van de curatoren.
De partijen bij de
term sheethebben zich met de ondertekening daarvan op 5 maart 2014 materieel al volledig gebonden. Het vragen van goedkeuring leidt niet tot wezenlijk andere afspraken tussen partijen dan de afspraken zoals die zijn neergelegd in de
term sheet. Het bindende karakter van de inhoud van de
term sheetals definitief onderhandelingsresultaat voor de regeling was in een vroegtijdig stadium ook al bij AIMG bekend. AIMG had hoger beroep kunnen instellen tegen de goedkeuring van de regeling. Nu zij dat niet heeft gedaan, staat die regeling onherroepelijk vast en is die rechtens onaantastbaar. Die goedkeuring kan niet later worden bestreden via de weg van artikel 69 Fw.
term sheetdienen ter bescherming van zowel enerzijds de boedel tegen uitputting van middelen (waardoor de gezamenlijke schuldeisers, daaronder begrepen AIMG, uiteindelijk met lege(re) handen achterblijven) als anderzijds de gemeenschap en daarmee het algemeen belang, tegen (milieu)gevaarlijke situaties. Deze combinatie van het nastreven van het belang van de gezamenlijke schuldeisers (boedelbelang) en de zwaarwegende belangen van maatschappelijke aard (milieu- en veiligheidsbelang) behoort te prevaleren boven het individuele, particuliere belang dat AIMG als concurrent schuldeiser in het faillissement van TI hiertegenover stelt. Ook om die reden dient de vordering van AIMG te worden afgewezen.
4.De beoordeling4.1. Met betrekking tot het standpunt van de curatoren en de Provincie dat er in feite sprake is van een executiegeschil en/of misbruik van procesrecht, overweegt voorzieningenrechter als volgt.
term sheet.In de beschikking van 16 mei 2014 heeft de rechter-commissaris aangegeven dat de door haar op 17 maart 2014 verleende goedkeuring dient te worden beschouwd als een goedkeuring ex artikel 104 Fw, waardoor de curatoren aan de door hen gesloten vaststellingsovereenkomst zijn gebonden. AIMG is het met deze kwalificatie van de goedkeuring niet eens. Zij komt dan ook op tegen de beschikking van 16 mei 2014 en niet tegen de op 17 maart 2014 verleende goedkeuring. In hetgeen de Provincie verder nog in dit verband heeft aangevoerd ziet de voorzieningenrechter onvoldoende aanknopingspunten om in het onderhavige geval te spreken van een executiegeschil in de zin van artikel 438 Rv.
term sheeten had AIMG ook kunnen en moeten begrijpen dat die goedkeuring was verleend.
term sheet(gecorrigeerde productie 2 bij de dagvaarding), niet zonder meer heeft hoeven te begrijpen dat de door de rechter-commissaris gegeven goedkeuring de goedkeuring (ex artikel 104 Fw) was, zoals bedoeld in de
term sheet. Gezien het feit dat in een door een curator gesloten overeenkomst vaak wordt opgenomen dat de overeenkomst wordt gesloten onder voorbehoud van toestemming van de rechter-commissaris, hetgeen een andere formulering is dan de formulering in de overwegingen van de
term sheetonder J, is het niet onbegrijpelijk dat AIMG ervan uit is gegaan dat de in de
term sheetneergelegde afspraken nog moesten worden uitgewerkt en vastgelegd in een definitieve overeenkomst, waaraan de rechter-commissaris nog haar goedkeuring moest verlenen. Dat de
term sheet, zoals de curatoren ter zitting hebben verklaard, een definitieve regeling was, gesloten onder voorbehoud van toestemming van de rechter-commissaris waaraan zij gebonden waren zodra deze goedkeuring was verleend, en geen regeling die nog nadere uitwerking behoefde, vindt geen steun in hun brief van 24 maart 2014 (productie 13 bij de dagvaarding). Uit deze brief blijkt dat, anders dan de curatoren ter zitting hebben verklaard, de
term sheetniet een definitieve vaststellingsovereenkomst is die enkel nog de toestemming behoeft van de daartoe bevoegde autoriteiten, maar een document waarin weliswaar de belangrijkste afspraken waren vastgelegd maar die nog nadere uitwerking behoefde, zoals ook in de overwegingen onder J is vastgelegd, en waaraan de curatoren zich, onder de in deze brief genoemde omstandigheden, niet gebonden achten.
term sheet) en behoefde deze overeenkomst enkel nog de toestemming van de rechter-commissaris.
Bovendien geldt dat AIMG niet via de weg van artikel 69 Fw de rechter-commissaris ervan had kunnen weerhouden haar toestemming te verlenen. Het voorschrift van artikel 69 Fw is immers gegeven om schuldeisers invloed toe te kennen op de wijze waarop de curator de boedel beheert. Artikel 69 Fw strekt ertoe mogelijk te maken dat de rechter-commissaris de curator beveelt bepaalde handelingen te verrichten of na te laten indien de bij het beheer en de vereffening van de faillissementsboedel betrokken belangen van een schuldeiser door het handelen van de curator dreigen te worden geschaad, en niet om de rechter-commissaris te vragen haar goedkeuring te onthouden.
Voor een belangenafweging zoals – meer subsidiair – wordt voorgestaan door de Provincie is in het kader van dit kort geding geen plaats. Een dergelijke belangenafweging impliceert een inhoudelijke beoordeling van de vraag of de stellingen die AIMG ten grondslag legt aan haar verzoek ex artikel 69 Fw kunnen leiden tot een bevel aan de curatoren om geen definitieve overeenkomst overeenkomstig de in de
term sheetneergelegde afspraken te sluiten. Voor een dergelijke beoordeling is in het kader van dit kort geding geen plaats. Deze beoordeling dient plaatst te vinden binnen het toetsingskader van de artikel 69 procedure.
816,00
5.De beslissing
term sheette sluiten, zolang er geen in kracht van gewijsde gegane uitspraak is die bepaalt of goedkeuring voor de definitieve overeenkomst is verleend,