ECLI:NL:RBZWB:2014:4050

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 juni 2014
Publicatiedatum
12 juni 2014
Zaaknummer
C/02/276435 / HA ZA 14-69
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vrijwaring in letselschadezaak met betrekking tot derdengelden

In deze zaak, die diende bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is een vordering tot vrijwaring aan de orde. De eiser, bijgestaan door Lensen Advocaten Terneuzen B.V., had een letselschadevergoeding ontvangen die op de derdenrekening van de advocaat was gestort. Van het ontvangen bedrag van € 50.000,-- is een deel, € 28.854,51, door de Stichting Beheer Derdengelden (SBD) aan de advocaat doorbetaald ter verrekening van declaraties. Het resterende bedrag van € 21.145,49 is aan de eiser uitbetaald. De eiser vorderde in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat SBD niet gerechtigd was tot verrekening of doorbetaling van de derdengelden, en vorderde een schadevergoeding van € 28.413,-- vermeerderd met rente en kosten.

In het incident vorderde SBD dat de besloten vennootschap Lensen Advocaten Terneuzen B.V. in vrijwaring zou worden opgeroepen. SBD stelde dat, indien de rechter zou oordelen dat de betalingen aan de advocaat geen toereikende grondslag hadden, zij onverschuldigd had betaald en recht had op vergoeding van de door SBD aan de advocaat betaalde bedragen. De eiser voerde verweer en stelde dat de vrijwaring zou leiden tot onredelijke vertraging van de hoofdzaak en dat er geen noodzaak was voor vrijwaring.

De rechtbank oordeelde dat voor toewijzing van de oproeping in vrijwaring voldoende was dat SBD stelde dat LAT SBD moest vrijhouden van de nadelige gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak. De rechtbank wees de vordering van SBD toe, ondanks het verweer van de eiser. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van het incident, begroot op € 452,--. De zaak werd vervolgens aangehouden voor verdere behandeling in de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Zittingsplaats: Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/276435 / HA ZA 14-69
Vonnis in incident van 11 juni 2014
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. M.M. Claase te Terneuzen,
tegen
de stichting
STICHTING BEHEER DERDENGELDEN LENSEN ADVOCATEN,
gevestigd te Terneuzen,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. E.M.R. van Kemseke te Terneuzen.
Partijen zullen hierna [eiser] en SBD genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de incidentele conclusie tot vrijwaring
  • de conclusie van antwoord in vrijwaring.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten in het incident

2.1.
[eiser] is in een letselschadezaak bijgestaan door Lensen Advocaten Terneuzen B.V, hierna: LAT. Ten behoeve van [eiser] is op de derdenrekening van dat kantoor een bedrag van € 50.000,-- ontvangen. SBD heeft van dit bedrag een bedrag van € 28.854,51 aan LAT doorbetaald ter verrekening van declaraties van LAT. Het restantbedrag van
€ 21.145,49 is uitbetaald aan [eiser].
2.2.
[eiser] vordert in de hoofdzaak, samengevat, een verklaring voor recht dat SBD niet gerechtigd was tot verrekening dan wel doorbetaling van de derdengelden over te gaan, althans dat deze verrekening dan wel doorbetaling onrechtmatig was en SBD te veroordelen aan [eiser] te betalen een bedrag van € 28.413,--vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten, proceskosten en nakosten.

3.Het geschil in het incident

3.1.
SBD vordert dat haar wordt toegestaan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lensen Advocaten Terneuzen B.V., gevestigd en kantoorhoudende te 4532 DB Terneuzen, Willem Alexanderlaan 43 in vrijwaring op te roepen. Zij stelt daartoe dat, indien in rechte zou worden geoordeeld dat voor de door SBD aan LAT gedane betalingen geen toereikende grondslag zou bestaan, SBD onverschuldigd aan LAT heeft betaald en SBD jegens LAT gerechtigd is tot vergoeding van de door SBD aan LAT voldane bedragen. Op grond van de rechtsverhouding tussen SBD en LAT is LAT gehouden tot vrijwaring van SBD indien in de hoofdzaak enige vergoedingsverplichting ten laste van SBD zou worden vastgesteld.
3.2.
[eiser] voert verweer. Hij stelt dat de verzochte vrijwaring zal leiden tot een onredelijke vertraging van de hoofdzaak. Daarbij ontbreekt volgens [eiser] de noodzaak tot vrijwaring, nu bij veroordeling van SBD in de hoofdzaak zij buitengerechtelijk, op basis van de bestaande rechtsverhouding met LAT, vergoeding van het ten onrechte betaalde bedrag zal kunnen vorderen.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Voor toewijzing van de oproeping in vrijwaring is voldoende dat SBD stelt dat LAT SBD moet vrijhouden van de nadelige gevolgen van de veroordeling tot voldoening van de vordering in de hoofdzaak.
SBD heeft gemotiveerd gesteld dat LAT gehouden is de eventuele schade die SBD lijdt door een veroordelend vonnis in de hoofdzaak te vergoeden. Zij wijst erop dat zij, indien in de hoofdzaak wordt geoordeeld dat voor de door SBD aan LAT gedane betalingen geen toereikende grondslag zou bestaan, SBD onverschuldigd aan LAT heeft betaald.
Gelet hierop zal de rechtbank de vordering van SBD toewijzen.
Het argument dat SBD geen vrijwaringsprocedure behoeft te voeren om vergoeding van het ten onrechte betaalde bedrag van SBD te kunnen vorderen staat niet in de weg aan toewijzing van het vrijwaringsverzoek
Het verweer dat de verzochte vrijwaring leidt tot een onredelijke vertraging van de hoofdzaak slaagt evenmin. Het belang van SBD bij gevoegde behandeling is duidelijk, terwijl het belang van [eiser] bij voortvarende afhandeling van de hoofdzaak kan worden gediend door afsplitsing van de hoofdzaak en de vrijwaring indien de vrees voor vertraging bewaarheid wordt.
4.2.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. Deze kosten worden begroot op € 452,-- (1 punt x tarief II).

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
staat toe dat de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lensen Advocaten Terneuzen B.V., gevestigd en kantoorhoudende te 4532 DB Terneuzen, Willem Alexanderlaan 43, door SBD wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van 23 juli 2014,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van het incident, aan de zijde van SBD tot op heden begroot op € 452,--,
in de hoofdzaak
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
23 juli 2014voor conclusie van antwoord,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.K. van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2014. [1]

Voetnoten

1.type: aij