In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat op 29 augustus 2013 haar aanvraag om bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon, [naam zoon eiseres], heeft afgewezen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft aangevoerd dat haar zoon, die lijdt aan een stoornis in het autistisch spectrum met een verstandelijke beperking, taxivervoer nodig heeft naar de SBO school Westerwel. Het college heeft echter gesteld dat Zonnesteen, de dichtstbijzijnde toegankelijke school, meer geschikt is en heeft de aanvraag afgewezen.
Tijdens de zitting op 16 januari 2014 heeft de rechtbank het onderzoek heropend om nadere inlichtingen bij het college in te winnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) heeft geoordeeld dat [naam zoon eiseres] toelaatbaar is tot het SBO en dat Zonnesteen ook als geschikte school is aangemerkt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het college op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen, omdat Zonnesteen als de dichtstbijzijnde school werd aangemerkt.
Eiseres heeft betoogd dat de afwijzing niet zorgvuldig is voorbereid en dat Zonnesteen niet de juiste school is voor haar zoon. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de PCL de juiste procedure heeft gevolgd en dat de afwijzing van de aanvraag om bekostiging van leerlingenvervoer naar Westerwel terecht was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.