ECLI:NL:RBZWB:2014:3738

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 mei 2014
Publicatiedatum
2 juni 2014
Zaaknummer
AWB 13_5359
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bekostiging leerlingenvervoer voor speciaal basisonderwijs

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat op 29 augustus 2013 haar aanvraag om bekostiging van leerlingenvervoer voor haar zoon, [naam zoon eiseres], heeft afgewezen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft aangevoerd dat haar zoon, die lijdt aan een stoornis in het autistisch spectrum met een verstandelijke beperking, taxivervoer nodig heeft naar de SBO school Westerwel. Het college heeft echter gesteld dat Zonnesteen, de dichtstbijzijnde toegankelijke school, meer geschikt is en heeft de aanvraag afgewezen.

Tijdens de zitting op 16 januari 2014 heeft de rechtbank het onderzoek heropend om nadere inlichtingen bij het college in te winnen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) heeft geoordeeld dat [naam zoon eiseres] toelaatbaar is tot het SBO en dat Zonnesteen ook als geschikte school is aangemerkt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het college op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen, omdat Zonnesteen als de dichtstbijzijnde school werd aangemerkt.

Eiseres heeft betoogd dat de afwijzing niet zorgvuldig is voorbereid en dat Zonnesteen niet de juiste school is voor haar zoon. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de PCL de juiste procedure heeft gevolgd en dat de afwijzing van de aanvraag om bekostiging van leerlingenvervoer naar Westerwel terecht was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 13/5359 VEROR

uitspraak van 23 mei 2014 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres], te [woonplaats], eiseres,

gemachtigden: mr. [naam gemachtigde1] en[naam gemachtigde2],
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 29 augustus 2013 (bestreden besluit) van het college inzake de afwijzing van haar aanvraag om bekostiging van leerlingenvervoer.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 16 januari 2014. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden. Het college is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.
Na de behandeling ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek heropend om nadere inlichtingen in te winnen bij het college. Op deze inlichtingen heeft eiseres gereageerd.
Partijen hebben vervolgens de rechtbank toestemming gegeven uitspraak te doen zonder nadere zitting.

Overwegingen

1.
Op grond van de gedingstukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
[naam zoon eiseres], geboren 8 januari 2005, is de zoon van eiseres. Voorheen volgde [naam zoon eiseres] onderwijs aan [naam school], een school voor zeer moeilijk lerende kinderen in [woonplaats].
In een Individueel Handelingsplan van juni 2013 is door zijn begeleiders geoordeeld dat [naam zoon eiseres] de overstap kan maken naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO).
Vervolgens is [naam zoon eiseres] aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL).
Deze commissie beoordeelt of een leerling toelaatbaar is tot het SBO. In een zitting op
11 juni 2013 heeft de PCL het dossier van [naam zoon eiseres] besproken. Het oordeel van de PCL is neergelegd in een beschikking van WSNS samenwerkingsverband Tilburg (WSNS staat voor: Weer samen naar school). In de WSNS-beschikking van 13 juni 2013 heeft de PCL geoordeeld dat [naam zoon eiseres] toelaatbaar is tot het SBO. Verder stelt de PCL dat de beschikking betrekking heeft op de volgende scholen: SBO Noorderlicht, SBO Westerwel en SBO Zonnesteen.
Op 12 juni 2013 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor vergoeding van de kosten van leerlingenvervoer (taxivervoer) van [naam zoon eiseres] naar Westerwel voor het schooljaar 2013-2014. In haar aanvraag heeft eiseres aangegeven dat [naam zoon eiseres] vanwege zijn handicap, een stoornis in het autistisch spectrum met een verstandelijke beperking, is aangewezen op taxivervoer naar Westerwel.
Het college heeft medisch advies ingewonnen bij[naam bedrijf]. In zijn rapport van
11 juli 2013 heeft de arts beschreven dat [naam zoon eiseres] SBO volgt in verband met een duidelijk vastgestelde ontwikkelingsachterstand. Door de vastgestelde aandoeningen en beperkingen kan [naam zoon eiseres] niet in staat worden geacht om zelfstandig de afstand van huis naar school fietsend of met het openbaar vervoer af te leggen. Met begeleiding is dit wel mogelijk.
Bij besluit van 15 juli 2013 (primair besluit) heeft het college de aanvraag afgewezen.
Het college heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat Westerwel niet de dichtstbijzijnde toegankelijke school is voor [naam zoon eiseres]. De dichtstbijzijnde SBO school is volgens het college Zonnesteen. Deze school ligt op 1,5 kilometer van de woning van eiseres, terwijl Westerwel op 8,3 kilometer van haar woning ligt.
Bij het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres hiertegen ongegrond verklaard. Het college stelt zich op het standpunt dat Zonnesteen en Westerwel beide SBO scholen zijn, die leerlingen met leerproblemen als gevolg van verschillende beperkingen, waaronder autisme, bij het onderwijs extra begeleiding bieden die door het reguliere basisonderwijs niet wordt verleend. De scholen zijn in dit opzicht volgens het college gelijkwaardig. Het college volgt eiseres niet in haar stelling dat [naam zoon eiseres] wegens een stoornis in het autistisch spectrum geen onderwijs zou kunnen volgen aan Zonnesteen. Omdat het college Zonnesteen aanmerkt als de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor [naam zoon eiseres], wordt de aanvraag om bekostiging van leerlingenvervoer voor hem naar Westerwel afgewezen.
2.
Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat het bestreden besluit niet met de nodige zorgvuldigheid is voorbereid en genomen. Het is eiseres niet duidelijk waarom er, gezien de omstandigheden, geen recht bestaat op een vergoeding. [naam zoon eiseres] heeft te kampen met problemen in het autistisch spectrum. Gezien deze problematiek is het belangrijk dat de school structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid biedt. Westerwel is een SBO school waar grote expertise bestaat voor kinderen met problemen zoals [naam zoon eiseres]. Ter onderbouwing van dit standpunt is een verklaring van de directeur van die school overgelegd. De dichterbij gelegen Zonnesteen kent een dergelijk specialisme niet. Hoewel beide scholen SBO scholen zijn, kan volgens eiseres niet gesproken worden over gelijkwaardige scholen. Eiseres is niet in staat om op structurele basis het schoolvervoer voor haar zoon op zich te nemen. Zij is alleenstaande ouder en draagt ook de zorg voor een ander kind. Ook heeft zij nagenoeg geen sociaal vangnet waar zij op terug kan vallen. Er is geen advies ingewonnen bij de daartoe bestemde commissies. Gelet daarop betwijfelt eiseres of het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen.
3.
Ingevolge artikel 1, aanhef en onder k, van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Tilburg (hierna: de Verordening) wordt in deze Verordening verstaan onder toegankelijke school: voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Verordening kent het college ten behoeve van het schoolbezoek aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Verordening wordt bekostiging van de vervoerskosten toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
4.
Aan de rechtbank ligt ter beoordeling voor of het college op goede gronden de aanvraag van eiseres om bekostiging van leerlingenvervoer voor [naam zoon eiseres] voor het schooljaar 2013-2014 naar Westerwel heeft afgewezen.
De rechtbank is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. Daartoe overweegt de rechtbank dat gebleken is dat in dit soort situaties de PCL wordt geraadpleegd. De PCL heeft geoordeeld dat [naam zoon eiseres] aan de voorwaarden voor toelating tot het SBO voldoet. De PCL heeft een daartoe strekkende beschikking afgegeven met vermelding van de, volgens haar, geschikte scholen. De PCL acht de volgende SBO scholen geschikt voor [naam zoon eiseres]: Noorderlicht, Westerwel en Zonnesteen. Gesteld noch gebleken is dat eiseres bezwaar heeft gemaakt tegen deze beschikking, zodat deze in rechte vast is komen te staan. Dit betekent dus dat de PCL ook Zonnesteen geschikt heeft geacht, naast Westerwel. Daarbij heeft de PCL de informatie van de ouders/verzorgers betrokken en het onderwijskundig rapport van de school. De rechtbank neemt aan dat de PCL de kennis in huis heeft om de onderhavige beoordeling te maken en dat zij daarbij betrokken heeft wat voor een kind [naam zoon eiseres] is en wat zijn specifieke behoeftes zijn. Nu de PCL voor [naam zoon eiseres] Zonnesteen ook als geschikte SBO school heeft aangemerkt, heeft het college terecht deze school, gezien de ligging, als dichtstbijzijnde toegankelijke school aangemerkt.
De door eiseres overgelegde brieven van de directeur en adjunct-directeur van Westerwel leiden niet tot een ander oordeel van de rechtbank. Dat Westerwel een school is met als specialisatie ASS (Autisme Spectrum Stoornis)problematiek, neemt de rechtbank aan. Dat wil echter niet zeggen dat Zonnesteen niet ook geschikt is. Dat het niet wenselijk is voor [naam zoon eiseres] om van school te wisselen, maakt evenmin dat Zonnesteen niet geschikt is. Het staat eiseres vrij om de voor haar gevoel meest geschikte school voor haar zoon te kiezen, maar dat maakt niet dat Zonnesteen niet (tevens) geschikt zou zijn. De rechtbank komt tot de conclusie dat het college op goede gronden de aanvraag om leerlingenvervoer naar Westerwel heeft afgewezen.
5.
Het beroep wordt ongegrond verklaard.
6.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Toekoen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. de Rooij, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2014.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.