Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 14 mei 2014 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
de Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland, verweerder.
Procesverloop
mr. Moeliker. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam gemachtigde].
Overwegingen
3 juli 2012 ongegrond verklaard. Hiertegen heeft eiseres geen rechtsmiddelen aangewend.
22 december 2011 en 3 juli 2012, voert eiseres aan dat verweerders besluit van 3 juli 2012 niet aan het indienen van haar aanvraag van 14 maart 2013 in de weg stond. Bovendien had de aanvraag van 29 november 2011, waarop verweerder heeft gereageerd bij het besluit van
22 december 2011, een geheel andere inhoud en strekking. In deze aanvraag werd namelijk niet verzocht om het besluit van 9 mei 2006 in te trekken of te herroepen, maar om een nieuw besluit te nemen op haar aanvraag van 8 september 2003.
Beslissing
mr. Y.E.M. Aarts-Snatersen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op