[gedaagde] heeft ING schade toegebracht door fraude te plegen en daarvan te profiteren. [gedaagde] heeft, zonder dat hij daartoe gerechtigd was, gegevens van ING klanten verzameld en gebruikt voor persoonlijk gewin en heeft die gegevens tevens aan derden verstrekt. [gedaagde] heeft hiervoor ook betaald gekregen. [gedaagde] heeft hierdoor gehandeld in strijd met de op hem van toepassing zijnde bepaling van de ING Gedragscode met de volgende inhoud:
“
Medewerkers die over Vertrouwelijke Informatie beschikken, behandelen deze informatie strikt vertrouwelijk en mogen deze informatie uitsluitend doorgeven als dat noodzakelijk is voor de normale uitoefening van hun werk, beroep of functie en is toegestaan conform in- en externe regelgeving. Medewerkers zullen nimmer Vertrouwelijke Informatie (bijvoorbeeld klantenbestanden) aanwenden ten behoeve van privé gebruik.”
ING heeft schade geleden omdat zij verplicht is de schade die haar klanten als gevolg van frauduleuze betalingstransacties lijden te vergoeden. [gedaagde] is, nu hij opzettelijk klantgegevens heeft verzameld, gebruikt en aan derden heeft verstrekt, op grond van artikel 7:661 BW gehouden de schade die ING daardoor geleden heeft en nog zal lijden te vergoeden. [gedaagde] heeft in strijd met artikel 273 van het Wetboek van Strafrecht gehandeld. [gedaagde] heeft dus ook onrechtmatig jegens ING en haar klanten gehandeld en is jegens ING ook op grond daarvan aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg daarvan heeft geleden. ING stelt dat de schade zonder de fraude van [gedaagde] nooit plaats had kunnen vinden omdat hij de enige was die de gegevens van de klanten waarmee kon worden gefraudeerd kon achterhalen. [gedaagde] was de onmisbare schakel in de omvangrijke fraude. De schade onstaan door de in hoofdstuk 6 van de dagvaarding genoemde schadegevallen bedraagt volgens ING € 758.405,55. ING stelt voorts gemotiveerd dat niet uit te sluiten valt dat de schade in de toekomst nog zal oplopen. [gedaagde] is volgens ING voorts gehouden de kosten die ING heeft moeten maken voor het onderzoek naar de frauduleuze handelingen, welk onderzoek zowel diende ter vaststeling van de schade en de aansprakelijkheid als ter voorkoming en beperking van schade, te vergoeden. De kosten van het onderzoek bedragen volgens ING € 139.828,36.
ING bestrijdt gemotiveerd dat de schade niet toerekenbaar zou zijn omdat [gedaagde] door derden zou zijn bedreigd. Dit levert geen rechtvaardigingsgrond en/of schulduitsluitingsgrond op. Het was aan [gedaagde] geweest om, indien en voorzover hij daadwerkelijk werd bedreigd, hiervan aangifte te doen bij de politie of hiervan binnen ING via de daarvoor openstaande wegen, eventueel anoniem, melding te maken. ING betwist voorts gemotiveerd dat het causaal verband tussen het handelen van [gedaagde] en de schade niet kan worden aangenomen nu het onderzoeksrapport niet is overgelegd. ING heeft uit de beschikbare onderzoeksinformatie in de dagvaarding per schadegeval de relevante feiten en bewijzen aangevoerd. Daaruit blijkt dat [gedaagde] klantgevens aan derden heeft verstrekt, onrechtmatig klantgegevens heeft afgeluisterd en gewijzigd, en zonder instructie van de klant ING bankproducten heeft aangevraagd. ING heeft voorts per schadegeval het relevante citaat van [gedaagde] uit het interview van 27 maart 2013 aangehaald. Voorts verwijst ING naar het proces-verbaal van het verhoor van [gedaagde] door de Regiopolitie Midden- en West Brabant en naar de als Bijlage I bij de conclusie van repliek gevoegde tabel waarin de pagina’s zijn opgenomen uit dit proces-verbaal die zien op de in de dagvaarding genoemde schadegevallen. ING betwist gemotiveerd de door [gedaagde] bij zijn conclusie van antwoord aangevoerde mogelijke oorzaken van de schade die gelegen zouden zijn in onvoldoende beveiliging van klantgegevens bij ING. ING betwist voorts gemotiveerd, waarbij zij verwijst naar door haar in het geding gebrachte producties, dat zij de benadeelde klanten niet schadeloos zou hebben gesteld. ING betwist dat [gedaagde] zelf geen financieel voordeel van de fraude zou hebben gehad. ING stelt voorts gemotiveerd dat de onderzoekskosten, mede gelet op het bruto fraudebedrag van ruim € 1.500.000,00, waarvan zij slechts een deel heeft gevorderd, de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan en specificeert de onderzoeksverrichtingen. Zij betwist onder verwijzing naar het Reglement ING personeelsvolg- en informatiesysteeem in samenhang met de Algemene Gedragscode ING Nederland dat de surveillance van [gedaagde] onrechtmatig was. ING kan de BTW op de onderzoekskosten niet verrekenen. Zij is bereid de vordering van [gedaagde] ter zake van 359,5 uur niet opgenomen vakantieuren te verrekenen met het bedrag dat zij van [gedaagde] te vorderen heeft.
ING betwist gemotiveerd dat haar vordering voor matiging in aanmerking komt.