In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 januari 2014 een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker zonder bekende woon- of verblijfplaats. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. M.M. Steenbeek, de rechter die belast was met de behandeling van een kort geding tussen Hooghuys Vastgoed B.V. en verschillende gedaagden, waaronder E.M. van Heiningen. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.C.M. Nuijten, stelde dat mr. Steenbeek vooringenomen was, omdat hij de gemachtigde van de gedaagden, Luca van Dinter, niet toestond om op te treden tijdens de zitting. De rechtbank heeft de procedure en de argumenten van de verzoeker zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van mr. Steenbeek. De beslissing om Van Dinter niet toe te laten als gemachtigde werd gerechtvaardigd door de noodzaak van adequate vertegenwoordiging van de gedaagden. De rechtbank concludeerde dat het wrakingsverzoek kennelijk was ingediend ter frustrering van de procesgang, en dat er sprake was van misbruik van het wrakingsmiddel. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat een volgend verzoek in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen.