Uitspraak
1.[eiseres],2. [eiseres],
[woonplaats 2] gedaagde,
gemachtigde: mr. ing. T.J. Katuin, werkzaam bij Katuin Juristen te Zwolle.
Partijen zullen hierna door de kantonrechter [eisers]en [gedaagde] worden genoemd.
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
“De stichting verklaart dat deze hond getest is op voorkomende ziektes met een gunstig testresultaat. Adoptant verklaart zich akkoord met de voorwaarden die vermeld staan in de bijlage “Adoptievoorwaarden” en betaalt een bedrag van € 225,- onder vermelding van “adoptie Liova” via overschrijving op rekeningnummer (…) van (… ) [gedaagde] (…).”
1. De Adoptant zal de Greyhound/Galgo, hierna te noemen “hond”eengoed en liefdevol thuis geven.2. Wanneer de Adoptant niet (meer) in staat is de hond een goed en liefdevol thuis te bieden zal de adoptant de hond afstaanaande stichting [gedaagde] [minderjarige], hierna te noemen “de stichting”.3. Bij herplaatsing doet de adoptant afstand van de hond en zal ditdooreen zogenaamde “Afstandsverklaring” worden vastgelegd.4. Bij herplaatsing zal de adoptant de hond overdragen op een door de stichting te bepalen locatie.(…)6. De Adoptant zal de hond nooit verkopen of gebruiken voor de fok of jacht.7. De Adoptant zal de hond nooit afstaan aan derden zonder toestemming van de stichting.(…)8. De Adoptiegelden worden niet gerestitueerd.
3. De vordering en het verweer
4.De beoordeling
stelt zich op het standpunt dat het Adoptiecontract moet worden beschouwd als een bruikleenovereenkomst. Artikel 14 van de Adoptievoorwaarden staat aan toekenning van de vordering van [eisers]in de weg. Bij het constateren van de ziekte hadden [eisers]de hond ook aan [gedaagde] kunnen teruggeven.
€ 225,- om een vergoeding voor het transport vanuit Spanje en een sheltervergoeding gaat. De kantonrechter stelt vast dat deze stelling ook ondersteund wordt door het Adoptiecontract zelf, waaruit blijkt dat Snoet met de KLM vluchtnummer 1704 op 6 juli 2011 vanuit Madrid naar Amsterdam is vervoerd. Verder blijkt met name uit de Adoptievoorwaarden nummers 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9, 11, 17, 20 en 22 in onderling verband en samenhang bezien, dat het partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen heeft gestaan om het gebruik en het genot van de hond aan [eisers]te verschaffen, zonder dat het eigendomsrecht van de hond op enig moment bij [eisers]kwam te rusten. En het is weliswaar voorstelbaar dat [eisers]zich eigenaar van Snoet c.s. voelen, maar juridisch gezien zijn zij dat niet. Om toekomstige misverstanden hierover uit te sluiten, zou [gedaagde] er verstandig aan doen om in het Adoptiecontract duidelijk te vermelden dat het een bruikleenovereenkomst betreft.
Nu de koopovereenkomst tussen [eisers]en [gedaagde] niet is komen vast te staan, zal de uitsluitend op het bestaan van die koopovereenkomst gebaseerde vordering van [eisers]worden afgewezen.
Zou het Adoptiecontract veronderstellenderwijs wèl als een koopovereenkomst moeten worden beschouwd, waarbij vast zou zijn komen te staan dat Snoet niet aan de overeenkomst beantwoordde omdat zij op 6 juli 2011 eigenschappen bezat die ertoe leidden dat zij in januari 2012 medische behandeling vanwege leishmania nodig had, dan zou de vordering van [eisers]om de volgende redenen nog zijn afgewezen.
“De stichting verklaart dat deze hond getest is op voorkomende ziektes met een gunstig testresultaat”redelijkerwijs niet afleiden dat, indien zich na de (gestelde) koop toch de aanwezigheid van leishmania zou openbaren, deze tekortkoming krachtens rechtshandeling of verkeersopvattingen aan [gedaagde] zou worden toegerekend, ook in het geval dat [gedaagde] een test als vorenbedoeld zou hebben laten uitvoeren met vorenbedoeld testresultaat. Wèl heeft de kantonrechter tijdens de comparitie al aangegeven dat [gedaagde] er verstandig aan doet om voortaan in het Adoptiecontract op te nemen dat de resultaten van de SNAPtest geen 100% garantie bieden dat de geteste ziektes zich later niet alsnog kunnen openbaren, omdat de test een momentopname betreft.
Voor wat betreft eventuele toekomstige medische kosten van Snoet heeft de kantonrechter er goede nota van genomen dat [gedaagde] tijdens de comparitie heeft aangeboden medicijnen aan [eisers]te willen leveren op gunstige voorwaarden, en als het mogelijk is zelfs voor niets. Daarbij blijft voor [eisers]uiteraard ook altijd de mogelijkheid open Snoet aan [gedaagde] terug te geven, aldus [gedaagde].