Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.Het verzoek
Imtech in de kosten van de procedure.
3.De beoordeling
- Eind september 2013 heeft [verzoeker] zijn taken in Duitsland naar volle tevredenheid van Imtech voltooid en heeft hij op aandringen van de RvB een sabbatical genomen.
integrity, loyalty en critical thinking. Imtech houdt [verzoeker] niet verantwoordelijk voor de ontstane crisis, maar zijn geloofwaardigheid en draagvlak zijn wel in het geding. [verzoeker] had met de voormalige RvB-leden namelijk een innige band en feitelijk was er sprake van een driemanschap aan de top van Imtech. Als Group Director HR draagt [verzoeker] ook medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het senior management van Imtech en juist bij een aanzienlijk deel van dat senior management zijn ernstige tekortkomingen geconstateerd. Op 22 januari 2014 heeft [verzoeker] in een gesprek met [Q] aanvaard dat hij zijn oude functie niet kan uitoefenen zonder vertrouwen van de RvB. In het gesprek is (onder meer) afgesproken dat [verzoeker] zijn werkzaamheden zou neerleggen. [verzoeker] heeft die afspraak geschonden door te dreigen met terugkeer in zijn oude functie. Binnen Imtech is er geen andere passende functie voor [verzoeker] beschikbaar en de arbeidsovereenkomst dient dan ook te worden ontbonden. Imtech heeft aan [verzoeker] een vergoeding aangeboden die is gebaseerd op correctiefactor 1 omdat zij hem geen verwijt maakt en er ook aan de zijde van Imtech geen sprake is van onzorgvuldig of verwijtbaar gedrag. Voor de berekening van de B-factor dient voor wat betreft de variabele beloning het gemiddelde over de laatste drie boekjaren te worden gehanteerd. De bonus over 2011 was voor 55% gebaseerd op het financiële resultaat van Imtech en voor 45% op persoonlijke targets. Op basis van de herziene cijfers over 2011 zou voor de financiële targets geen bonus zijn toegekend en over 2011 dient voor de persoonlijke targets van een bonus te worden uitgegaan van € 49.687,--. Over 2012 en 2013 heeft [verzoeker] bonussen ontvangen van respectievelijk € 46.000,-- en € 39.610,-- bruto. Imtech acht een vergoeding van (afgerond) € 1.000.000,-- bruto (neerkomend op C=1,2) redelijk. Eventuele gederfde pensioenopbouw is inbegrepen in de uitkomst van de kantonrechtersformule en voor een vergoeding van gemaakte kosten van rechtsbijstand is geen plaats.
4.De beslissing
€ 1.815.500,-- bruto;
uiterlijk 9 april 2014 vóór 16.00 uurhaar verzoek in te trekken middels een schriftelijke verklaring aan de griffier, alsmede aan (de gemachtigde van) [verzoeker];