Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[gedaagde],
1.Het verdere procesverloop
- het deskundigenbericht van 21 oktober 2013;
- de conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [gedaagde];
- de conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser];
2.De verdere beoordeling
Vraag a.
volledigebescherming bieden tegen doorsnijden of perforatie kan
nietpositief worden beantwoord omdat het altijd mogelijk kan zijn dat de handschoenen dusdanig worden getroffen door een wegschietende tegelsplinter dat zij de handschoenen kunnen perforeren en snijwonden kunnen veroorzaken.
NJNJ 1986, 136 dat in beginsel de werkgever aansprakelijk is voor alle opgelopen schade. Echter wanneer de schade wordt vergroot door opzettelijke nalatigheid of onvoorzichtigheid (in de herstelperiode) van de werknemer kan dat anders worden. Dat is evenwel gesteld, noch gebleken.
NJ1993, 686 (JAR 1993/176) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat (samengevat) als een werkgever geen of niet voldoende veiligheidsmaatregelen met het oog op hem bekende gevaren (in dat geval asbestose en longkanker) heeft getroffen, de werkgever ook aansprakelijk is wanneer dit verzuim ertoe heeft bijgedragen dat een hem onbekend gevaar (in dat geval mesothelioom) gezondheidsschade bij een werknemer heeft veroorzaakt. Dit is slechts anders wanneer de werkgever aantoont dat de veiligheidsmaatregelen die hij ten aanzien van de hem bekende gevaren had moeten treffen de hem onbekende ziekte niet hadden kunnen voorkomen.
3.De kosten
4.De beslissing
- veroordeelt [gedaagde] aan [eiser] ter zake van voorschot op de schadevergoeding te betalen € 20.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 15 december 2011 tot de dag der algehele voldoening;
- verklaart [eiser] niet ontvankelijk in zijn vordering voor zover deze ziet op de gevorderde veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van kosten ter verkrijging van betaling buiten rechte;