ECLI:NL:RBZWB:2014:202
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure inzake uitkering Wet werk en bijstand
Op 8 januari 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een wrakingsverzoek dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op 18 december 2013, na een zitting waarin de rechter, mr. W. Toekoen, een verzoek om voorlopige voorziening had afgewezen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, dat zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand had afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter al een einduitspraak had gedaan in de zaak. De wet voorziet er niet in dat een rechter kan worden gewraakt nadat hij de behandeling van de zaak heeft beëindigd. De rechtbank stelde vast dat de verzoeker zijn wrakingsverzoek pas na de uitspraak had ingediend, wat leidde tot de conclusie dat de rechter geen verdere bemoeienis met de zaak had.
Daarom werd het wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank benadrukte de noodzaak van een duidelijke procedure rondom wrakingen, vooral in het licht van de einduitspraak van de rechter. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de wrakingsprocedure verduidelijkt en de rechten van verzoekers in dergelijke situaties beschermt.