ECLI:NL:RBZWB:2014:202

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 januari 2014
Publicatiedatum
17 januari 2014
Zaaknummer
274799 HA RK 13-275
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure inzake uitkering Wet werk en bijstand

Op 8 januari 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen in een wrakingsverzoek dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op 18 december 2013, na een zitting waarin de rechter, mr. W. Toekoen, een verzoek om voorlopige voorziening had afgewezen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, dat zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand had afgewezen.

De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat de rechter al een einduitspraak had gedaan in de zaak. De wet voorziet er niet in dat een rechter kan worden gewraakt nadat hij de behandeling van de zaak heeft beëindigd. De rechtbank stelde vast dat de verzoeker zijn wrakingsverzoek pas na de uitspraak had ingediend, wat leidde tot de conclusie dat de rechter geen verdere bemoeienis met de zaak had.

Daarom werd het wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank benadrukte de noodzaak van een duidelijke procedure rondom wrakingen, vooral in het licht van de einduitspraak van de rechter. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de wrakingsprocedure verduidelijkt en de rechten van verzoekers in dergelijke situaties beschermt.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
zaaknummer 274799 HA RK 13-275
beslissing van 8 januari 2014
inzake
het wrakingsverzoek ex artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van:

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],
verder te noemen verzoeker.

De procedure

Dit blijkt uit het op 18 december 2013 ingekomen wrakingsverzoek.

Het verzoek

Het verzoek strekt tot wraking van mr. W. Toekoen, rechter in deze rechtbank en als voorzieningenrechter belast geweest met de behandeling van de door verzoeker verzochte voorlopige voorziening, betrekking hebbend op het door hem gemaakte bezwaar tegen het besluit van 27 november 2013 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, inzake de afwijzing van zijn aanvraag om een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand.

De ontvankelijkheid van verzoeker

De behandeling van het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening door de rechter heeft plaatsgevonden ter zitting van 18 december 2013 te 11.00 uur, waarna de rechter, direct na sluiting van die behandeling, mondeling uitspraak heeft gedaan en daarbij het verzoek heeft afgewezen.
De omstandigheid dat verzoeker daarna zijn wrakingsverzoek via e-email (op 18 december 2013 om 17.15 uur) heeft ingediend, moet ertoe leiden dat verzoeker daarin niet kan worden ontvangen. De wetgever heeft immers niet voorzien in de mogelijkheid een rechter te wraken, wanneer deze de behandeling van de zaak heeft beëindigd door het wijzen van een einduitspraak. Met die einduitspraak heeft immers iedere bemoeienis van die rechter met de zaak opgehouden.
Op grond van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid van verzoeker bestaat er reden het wrakingsverzoek buiten behandeling te stellen.
274799 HA RK 13-275pagina 2
.

Beslissing

De rechtbank stelt het wrakingsverzoek buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven op 8 januari 2014 door mrs. G.J.E. Poerink, M. Breeman en C. Kool, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, griffier, en in het openbaar uitgesproken.
--