ECLI:NL:RBZWB:2014:1643

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 maart 2014
Publicatiedatum
13 maart 2014
Zaaknummer
2796001_E11032014
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van beschermingsbewind naar ondercuratelestelling met benoeming van verzoekers tot curatoren

In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 11 maart 2014 een beslissing genomen op een verzoek tot wijziging van een beschermingsbewind in een ondercuratelestelling. De verzoekers, broers van de rechthebbende, stelden dat hun zus als gevolg van haar geestelijke en lichamelijke toestand niet in staat is haar belangen te behartigen. De kantonrechter heeft tijdens de zitting benadrukt dat de gekozen beschermingsmaatregel passend moet zijn en de zelfredzaamheid van de betrokkene moet bevorderen. De wet biedt verschillende instrumenten zoals curatele, beschermingsbewind en mentorschap, die niet verder mogen ingrijpen dan noodzakelijk.

De rechthebbende, een bijna 58-jarige vrouw, woont samen met haar echtgenoot onder 24-uurs begeleiding. De verzoekers gaven aan dat de rechthebbende beïnvloedbaar is en dat zij als familie betrokken willen zijn bij belangrijke beslissingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende niet wilsbekwaam is en dat de huidige beschermingsmaatregel niet voldoende bescherming biedt. De kantonrechter heeft besloten om het beschermingsbewind te handhaven en een mentorschap in te stellen, in plaats van de gevraagde ondercuratelestelling, om zo de zelfbeschikking van de rechthebbende te waarborgen.

De kantonrechter heeft de huidige beschermingsbewindvoerder ontslagen en de verzoekers benoemd tot nieuwe beschermingsbewindvoerders en mentoren. De uitspraak zal worden ingeschreven in het Centrale Curatele- en Bewindsregister, wat extra bescherming biedt aan de rechthebbende. De beslissing is genomen met ingang van 15 maart 2014, en tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknr.: 2796001 OV VERZ 14-894
beschikking d.d. 11 maart 2014 op een verzoek tot wijziging/omzetting van het beschermingsbewind in een ondercuratelestelling
ingediend door
[verzoeker 1],wonende te [adres],
en
[verzoekster 2],wonende te [adres]
hierna te noemen verzoekers,
inzake:
[rechthebbende],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
hierna te noemen rechthebbende.

1.Het procesverloop

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
het op 18 februari 2014 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende rechthebbende;
c. de akkoordverklaringen van de hierna te noemen belanghebbenden;
d. de bereidverklaringen van de hierna te benoemen wettelijk vertegenwoordigers;
e. de brief van[oom] d.d. 22 februari 2014
f. het proces-verbaal van de griffier met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van woensdag 26 februari 2014.
1.2
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.
1.3
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
rechthebbende;
de echtgenoot van rechthebbende;
de broers/zussen van rechthebbende;
de bewindvoerster.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot wijziging/omzetting van het onderhavige beschermingsbewind in een ondercuratelestelling van rechthebbende met gelijktijdige benoeming van verzoekers (haar broers) tot curatoren.

3.De beoordeling

3.1
Bij beschikking van de kantonrechter te Bergen op Zoom van 11 november 1998 werd een bewind als bedoeld in artikel 1:431 BW ingesteld over alle goederen die toebehoren aan of zullen toebehoren aan rechthebbende met benoeming van de [bewindvoerster], gevestigd te [plaats], tot bewindvoerster.
3.2
In het voorliggende verzoekschrift wordt gevraagd dit bewind ‘om te zetten’ in curatele. Aan het verzoek wordt ten grondslag gelegd dat rechthebbende als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand, tijdelijk of duurzaam haar belangen niet behoorlijk waarneemt. Voorts is aangevoerd dat met de bestaande beschermingsmaatregel de belangen van rechthebbende niet afdoende worden behartigd. Ter onderbouwing daarvan hebben verzoekers samengevat aangevoerd dat de rechthebbende beïnvloedbaar is en dat zij als familie van de rechthebbende mee willen beslissen over eventuele te nemen grote beslissingen.
3.3
Verzoekers voeren in dat verband aan dat hun zus/rechthebbende volgens hen niet wilsbekwaam is. Zij en haar man/echtgenoot zijn beiden zwakbegaafd en wonen samen onder 24-uursbegeleiding van de Stichting Amarant. Rechthebbende is volgens hen makkelijk over te halen tot het doen van grote uitgaven. De problemen zijn kennelijk volgens hen begonnen toen rechthebbende in mei 2013 een erfenis ter waarde van € 26.000,00 ontving. Het afgelopen jaar is zij volgens verzoekers door een oom van haar man de heer [naam], te weten: de heer[oom], steeds benaderd om zaken te regelen die hij heeft bedacht.
De laatste druppel was volgens verzoekers de actie om het testament van rechthebbende te wijzigen ten gunste van zijn neef. De heer [oom] heeft daartoe voor haar een gesprek geregeld bij E en L Notarissen te Etten-Leur, buiten medeweten van de familie [naam] om. De notaris heeft rechthebbende terugverwezen omdat uit het gesprek bleek dat zij niet wilsbekwaam is. Om verder misbruik van rechthebbende te voorkomen, willen verzoekers hun zus/rechthebbende onder curatele laten plaatsen. De echtgenoot van rechthebbende wil zichzelf bij de woningcorporatie [naam] laten inschrijven met rechthebbende om dan samen met zijn echtgenote/rechthebbende geheel zelfstandig te gaan wonen. Zowel de medewerkers van de stichting [naam] als ook de familie [naam] zijn van mening, dat beiden hier toe niet in staat zijn, aldus verzoekers.
3.4
De heer [oom] heeft zich bij brief van 22 februari 2014 gemeld bij de rechtbank, waarbij hij om uitstel van de zitting van 26 februari 2014 verzoekt. De kantonrechter heeft dit verzoek tot uitstel niet gehonoreerd. Dit mede vanwege het feit, dat de heer [oom] geen belanghebbende in deze procedure is, als bedoeld in de wet.
3.5
Ter zitting van 26 februari 2014 heeft de kantonrechter uitgebreid stilgestaan bij de uitgangspunten van de wet. In die zin dat hij benadrukt dat de toe te passen wettelijke beschermingsmaatregel
passenddient te zijn en dat -waar mogelijk- de zelfredzaamheid van betrokkene dient te worden bevorderd. Uitgangspunt van ons burgerlijk recht is immers de zelfbeschikking van de individu. De kantonrechter dient bij zijn toetsing tijdens de instellingszitting de meest passende wettelijke beschermingsmaatregel op te leggen. De wet bevat hiervoor de instrumenten van curatele, beschermingsbewind en/of mentorschap. Deze instrumenten dienen niet verder in te grijpen dan noodzakelijk.
3.6
Rechthebbende is een gehuwde inmiddels bijna 58-jarige vrouw die met haar echtgenoot op dit moment samenwoont onder 24-uurs begeleiding van de Stichting [naam].
Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting is voldoende komen vast te staan dat rechthebbende als gevolg van een geestelijke stoornis niet alleen niet in staat is om haar vermogensrechtelijke belangen voldoende waar te nemen maar dit geldt ook voor haar niet-vermogensrechtelijke belangen. Aan de orde is de beantwoording van de vraag welke wettelijke beschermingsmaatregel het meest passend is voor rechthebbende.
3.7
Ondercuratelestelling van rechthebbende zou betekenen dat zij volledig handelingsonbekwaam zou worden, als bedoeld in artikel in artikel 32 van Boek 3 BW.
Een rechtshandeling van een handelingsonbekwame is op grond van lid 2 van voormeld artikel vernietigbaar. Ondercuratelestelling is enerzijds wellicht de wettelijke maatregel die de meeste bescherming biedt tegen kwaadwillende derden maar deze maatregel maakt anderzijds ook de grootste inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht van een persoon. De kantonrechter begrijpt de behoefte van verzoekers om hun zus/rechthebbende zoveel mogelijk te beschermen tegen mogelijk misbruik door derden maar als deze maatregel tevens leidt tot volledige handelingsonbekwaamheid dan schiet deze voorgestelde maatregel naar het oordeel van de kantonrechter aan zijn doel voorbij. Naar het oordeel van de kantonrechter is het handhaven van het beschermingsbewind en het instellen van een mentorschap de meest passende bescherming voor rechthebbende met dien verstande dat de kantonrechter wel zal bepalen dat deze uitspraak op grond van artikel 3:391 BW door de griffier zal worden ingeschreven in het openbare Centrale Curatele- en Bewindsregister (CCBR). Door deze inschrijving geniet rechthebbende de extra bescherming die uit deze inschrijving voortvloeit.
3.8
Rechthebbende heeft ter zitting desgevraagd aangegeven dat zij niet onder curatele gesteld wenst te worden. De echtgenoot heeft zich eveneens tegen een ondercuratelestelling van zijn echtgenote uitgesproken. Beiden geven aan dat zij kunnen instemmen met de handhaving van het huidige beschermingsbewind (met aanvullende publicatie) en het instellen van een mentorschap. Zij gaan akkoord met de benoeming van beide verzoekers tot beschermingsbewindvoerders en mentoren.
3.9
Namens de huidige beschermingsbewindvoerster wordt ter zitting desgevraagd verklaard, dat ingestemd wordt met haar ontslag als beschermingsbewindvoerster en de benoeming van verzoekers tot nieuwe (opvolgend) beschermingsbewindvoerders.
3.1
Verzoekers hebben ter zitting -na bovengenoemde toelichting van de kantonrechter- hun oorspronkelijk verzoek tot ondercuratelestelling van rechthebbende gewijzigd in een verzoek tot handhaving van het huidige beschermingsbewind (met aanvullende publicatie) en het instellen van een mentorschap over rechthebbende onder gelijktijdige benoeming van hen tot beschermingsbewindvoerders en mentoren over rechthebbende. Verzoekers hebben zich schriftelijk bereid verklaard om de taken van beschermingsbewindvoerder en mentor ten behoeve van rechthebbende op zich te nemen. Tegen de benoeming van verzoekers zijn geen bezwaren gerezen. De benoeming is voorts in overeenstemming met de uitdrukkelijke voorkeur van rechthebbende.
3.11
In verband met de overdracht van het bewindsdossier door de huidige beschermings- bewindvoerster zal de kantonrechter hierna bepalen dat de wijziging van het beschermings- bewind en het instellen van het mentorschap zal ingaan met ingang van 15 maart 2014.

4.De beslissing

De kantonrechter:
ontslaat
met ingang van 15 maart 2014de [bewindvoerster], gevestigd te [adres] als beschermingsbewindvoerster over de goederen van [rechthebbende] voornoemd;
benoemt
met ingang van 15 maart 2014[verzoeker 1] voornoemd en [verzoekster 2] voornoemd tot beschermingsbewindvoerders over de goederen van [rechthebbende] voornoemd;
stelt
met ingang van 15 maart 2014een mentorschap in over: [rechthebbende] voornoemd;
benoemt
met ingang van 15 maart 2014over deze tot mentoren: [verzoeker 1] voornoemd en [verzoekster 2] voornoemd;
bepaalt dat deze uitspraak door de griffier wordt ingeschreven in het openbare Centrale Curatele- en Bewindsregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 maart 2014.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.