Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding met producties genummerd 1 tot en met 12,
- de brief van de Gemeente van 19 februari 2014 met producties genummerd 1 tot en met 4,
- de brief van RBL van 19 februari 2014 met een incidentele conclusie tot voeging
- de mondelinge behandeling op 20 februari 2014,
- de pleitnota van JCDecaux,
- de pleitnota van de Gemeente,
- de pleitnota van RBL.
2.Het geschil
3.De feiten
Afdeling III: Juridische, economische, financiële en technische inlichtingen(..)Instemming met Bijlage 3/ConceptovereenkomstU dient onverkort in te stemmen met de inhoud van Bijlage 3.
artikel 8: Voorwaarden voor reclame-uitingen in panelen en billboards.1. Bedrijf dient de reclamevakken waarover zij mag beschikken zelf te exploiteren en dient daartoe zorg te dragen voor een verzorgde en regelmatig vernieuwde affichage.
(….)Bij brief d.d. 9 december 2013 heeft u bericht geen offerte uit te brengen. U bent daardoor door de aanbestedende dienst niet langer als belanghebbende voor deze concessie aangemerkt.Omdat u de huidige concessiehouder bent willen wij u volledigheidshalve berichten dat Reclamebureau Limburg BV een geldige inschrijving heeft gedaan. Aan deze partij wordt de concessie dan ook gegund. (….).
(…) Wij willen vooropstellen dat u in deze procedure geen inschrijving heeft gedaan. U hebt daardoor in de ogen van de Gemeente geen belang bij enige informatie voortvloeiend uit de gunning van deze procedure. Wij zijn echter bereid u toch enige toelichting te geven: wij kunnen u (nogmaals) bevestigen dat RBL een volledig geldige besteksconforme, d.w.z. conform alle gestelde eisen, inschrijving heeft gedaan. Van enige (vermeende) schending van het gelijkheidsbeginsel is dan ook geen sprake. Wij gaan er van uit dat wij u hiermee alle bevestiging hebben gegeven waar u om hebt verzocht.(…)
4.De beoordeling
business caseheeft.
5.De kostenveroordeling
816,00