ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8353

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 februari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
254560 FA RK 12-4868
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. de Graaf
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing erkenning Amerikaanse adoptiebeslissing wegens verblijfplaats minderjarige in Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 februari 2013 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. De verzoekers, een echtpaar wonende in Zundert, hebben verzocht om erkenning van een Amerikaanse adoptiebeslissing van hun geadopteerde zoon, die op 10 augustus 2011 in Florida is geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige ten tijde van de adoptiebeslissing op 14 februari 2012 zijn gewone verblijfplaats al in Nederland had, aangezien hij sinds 26 september 2011 met toestemming van de Amerikaanse autoriteiten in Nederland verbleef. Hierdoor komt de Amerikaanse adoptiebeslissing niet voor erkenning in aanmerking op grond van de artikelen 10:108 en 10:109 van het Burgerlijk Wetboek, die vereisen dat de adoptiefouders en de minderjarige zich in de Verenigde Staten bevonden tijdens de adoptiebeslissing.

De rechtbank heeft verder overwogen dat, hoewel de Amerikaanse adoptiebeslissing niet erkend kan worden, het verzoek om adoptie naar Nederlands recht wel kan worden beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische ouders van de minderjarige geen bezwaar hebben tegen de adoptie, en dat de adoptie in het belang van de minderjarige is. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan en heeft het verzoek toegewezen. De minderjarige zal de geslachtsnaam van de verzoeker behouden, en de rechtbank heeft besloten dat de geboortegegevens van de minderjarige zullen worden vastgesteld.

De beschikking is gegeven door kinderrechter M. de Graaf en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Jeugdrecht
Breda
Enkelvoudige Kamer
Zaaknummer: 254560 FA RK 12-4868
5 februari 2013
beschikking betreffende adoptie,
in de zaak van
[adoptant 1],
geboren te [plaats en datum]
en
[adoptant 2]
geboren te [plaats en datum],
beiden wonende te Zundert,
hierna te noemen verzoekers,
advocaat mr. M. Koomen.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 28 september 2012 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het uittreksel uit het gezagsregister betreffende na te noemen minderjarige;
- de op 30 oktober 20102 ontvangen brief van de Raad voor de Kinderbescherming locatie Breda.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot:
1. uit te spreken de adoptie door ver[naam]] oorspronkelijk genaamd [naam geboortedatum] [plaats] Florida, Verenigde Staten van Amerika als zoon van [naam];
2. de geboortegegevens van de minderjarige (nader) vast te stellen;
3. te verstaan dat verzoekers hebben verklaard dat de minderjarige naar Nederlands recht de geslachtsnaam van verzoeker zal behouden, opdat de volledige namen van de minderjarige naar Nederlands recht zu[naam]]
3. De beoordeling
3.1 Uit de overgelegde stukken staat het volgende vast:
- Op 10 augustus 2011 is te Tampa, Hillsborough County, State of Florida, (Verenigde Staten van Amerika) geboren [naam] – oorspronkelijk genaamd [naam] De biologische moeder van de minderjarige is mevrouw [naam]. De naam van de biologische vader van de minderjarige is onbekend.
- De minderjarige is Amerikaans burger en de verzoekers bezitten de Nederlandse nationaliteit.
- Verzoekers zijn op 28 april 2008 gehuwd.
- Bij besluit van 16 augustus 2011 is door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie toestemming verleend tot opneming ter adoptie van [naam], geboren op 10 augustus 2011 met de Amerikaanse nationaliteit.
- Blijkens de beslissing van 14 februari 2012 van de Ciruit Court of the Thirteenth Judicial Circuit in and for Hillsborough County, State of Florida Family Law Division, the Final Judgement of Adoption, case no. 11-14649, Division E, is de minderjarige naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika door verzoekers geadopteerd.
3.2 Op grond van artikel 3 Rv komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe nu de verzoekers en de minderjarige gewone verblijfplaats hebben in Nederland.
3.3 Op het verzoek is van toepassing afdeling 3 van titel 6 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek. Deze wet betreft het toepasselijke recht op de in Nederland uit te spreken adoptie en haar rechtsgevolgen alsmede de erkenning en haar rechtsgevolgen van een adoptie, die tot stand is gekomen in een staat die geen partij is bij het in artikel 10:103 BW genoemde verdrag.
3.4 De Verenigde Staten van Amerika waren ten tijde van het verzoek tot beginseltoestemming van verzoekers (nog) geen partij bij het in artikel 10:103 BW genoemde verdrag. De adoptie is op 14 februari 2012 in de Verenigde Staten uitgesproken.
3.5 Artikel 10:108 BW betreft - kort samengevat - de erkenning van rechtswege van de adoptie uitgesproken door een vreemde staat indien de adoptiefouders en de minderjarige hun verblijfplaats in die vreemde staat hadden, dan wel indien de adoptiefouders of de minderjarige in verschillende staten (buiten Nederland) hun verblijfplaats hadden.
De adoptiefouders hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland.
Voor wat betreft de vraag of de minderjarige ten tijde van de adoptiebeslissing op 14 februari 2012 zijn gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten had, overweegt de rechtbank als volgt.
De minderjarige verblijft sinds 26 september 2011 met toestemming van de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten in Nederland in het gezin van verzoekers. Vanaf die datum wordt hij door verzoekers verzorgd en opgevoed, waardoor voldoende is komen vast te staan dat de minderjarige zijn feitelijke verblijfplaats in Nederland heeft en ten tijde van de adoptiebeslissing op 14 februari 2012 in Nederland woonachtig was.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat nu zowel de adoptiefouders en de minderjarige niet voldoen aan de voorwaarde dat zij beiden tijdens de adoptiebeslissing van de Verenigde Staten in de Verenigde Staten hun verblijfplaats hadden dan wel buiten Nederland hun verblijfplaats hadden, artikel 10:108 BW niet van toepassing is. Erkenning van rechtswege is derhalve niet mogelijk.
3.6 Voorts dient te worden beoordeeld of de Amerikaanse adoptiebeslissing op grond van artikel 10:109 BW in aanmerking komt voor erkenning. Erkenning op grond van artikel 10:109 BW is aan de orde, als sprake is van de situatie waarbij - kort samengevat - tijdens de adoptiebeslissing op 14 februari 2012 de adoptiefouders hun verblijfplaats in Nederland hebben en de minderjarige zijn verblijfplaats in de Verenigde Staten heeft.
Nu verzoekers hun verblijfplaats in Nederland hebben en ook de minderjarige, zoals hiervoor overwogen, sinds 26 september 2012 zijn feitelijke verblijfplaats in Nederland heeft, komt de adoptiebeslissing van de Verenigde Staten ook op deze grond niet voor erkenning in aanmerking.
3.7 Nu gelet - op het vorenoverwogene – de Amerikaanse adoptiebeslissing niet voor erkenning in aanmerking komt, dient naar Nederlands recht te worden bezien of aan de voorwaarden voor adoptie is voldaan, met dien verstande dat ingevolge artikel 10:105 BW op de toestemming van de ouders tot de adoptie het Amerikaanse recht van toepassing is.
3.8 Gelet op de adoptieprocedure die al in de Verenigde Staten is gevoerd, gaat de rechtbank ervan uit dat de biologische ouders geen bezwaar hebben tegen de adoptie en kan de oproeping van deze ouders achterwege blijven.
3.9 De rechtbank stelt voorts vast dat voldoende is komen vast te staan dat de verzochte adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is en dat voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien dat deze minderjarige niets meer van zijn biologische ouders in hun hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Nu verder is gebleken dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie zal het verzoek worden toegewezen.
3.10 Verzoekers hebben gezamenlijk verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam ‘[naam]’ zal hebben
3.11 Het verzoek strekt voorts tot het verstaan dat de minderjarige de namen zal behouden in die zin dat zijn volledige namen naar Nederlands recht zu[naam]] Nu de Amerikaanse adoptiebeslissing niet voor erkenning vatbaar is en verzoekers hebben verzocht de geboortegegevens van de minderjarige vast te stellen, zal de rechtbank als volgt over de voornamen van de minderjarige beslissen. Bij de vaststelling van de geboortegegevens zullen de oorspronkelijke namen en geboortegegevens van de minderjarige worden vastgesteld. Dit betekent dat in het register van geboorte deze namen zullen worden opgenomen. Nu verzoekers wensen dat de namen van de minderjarige zullen blijven luiden zoals bij de Amerikaanse adoptie is bepaald, zal de rechtbank – zekerheidshalve - wijziging gelasten als hierna te melden.
3.12 Bij afzonderlijke beschikking zal worden beslist op het verzoek om de geboortegegevens van de minderjarige vast te stellen.
4. De beslissing
De rechtbank
spreekt uit de a[naam]] oorspronkelijk genaamd [naam geboortedatum] [plaats] Florida, Verenigde Staten van Amerika;
door:
[adoptanten], verzoekers voornoemd;
gelast verder wijziging van de voornamen van deze minderjarige in die zin dat deze luiden:
[voornamen]
verstaat dat de minderjarige als geslachtsnaam ‘[naam]’ zal hebben;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Graaf, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
SB
Mededeling van de griffier
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: