ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ7194
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing van curatele en beoordeling van de noodzaak van beschermende maatregelen
In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 10 april 2013 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling van de rechthebbende. De rechthebbende, die eerder onder bewind was gesteld, verzocht om opheffing van de curatele op basis van de stelling dat de oorzaken die tot de ondercuratelestelling hebben geleid niet langer aanwezig zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechthebbende aangegeven dat zijn schuldenproblematiek is opgelost en dat hij weer zelf over zijn financiën wil beschikken om zijn gezin in Kongo Kinshasa te ondersteunen.
De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de gronden voor de ondercuratelestelling nog steeds aanwezig zijn. De rechthebbende heeft advies ingewonnen bij zijn huisarts en zijn curator, die beiden hebben geadviseerd om de beschermende maatregel niet op te heffen. De huisarts heeft aangegeven dat zonder professionele begeleiding het risico op ontsporing groot is, zowel maatschappelijk als psychisch. De curator heeft ook benadrukt dat het handhaven van de curatele noodzakelijk is om de zorg voor de rechthebbende te waarborgen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot opheffing van de curatele afgewezen, met de overweging dat de huidige beschermende maatregel essentieel is voor de continuïteit van de zorg voor de rechthebbende. De kantonrechter heeft begrip voor de wens van de rechthebbende om zijn familie financieel te ondersteunen, maar heeft geconcludeerd dat zijn uitkering primair moet worden besteed aan zijn eigen zorg. De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.