ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ4209
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- M.M. Steenbeek
- Rechtspraak.nl
Wateroverlast bij woonboerderij en de gevolgen van infrastructurele werkzaamheden door de gemeente en derden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 maart 2013 uitspraak gedaan in een kort geding over wateroverlast bij een woonboerderij in Middelburg. De eiser, eigenaar van de boerderij, vorderde dat de gedaagden, waaronder de Gemeente Middelburg en verschillende bouwbedrijven, hun bouwactiviteiten zouden staken en de waterhuishouding zouden herstellen. De eiser stelde dat door infrastructurele werkzaamheden aan aangrenzende percelen, zoals ophogingen en het dempen van sloten, de waterhuishouding van zijn perceel ernstig verstoord was, wat leidde tot wateroverlast en schade aan zijn eigendommen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen over de wateroverlast. De rapportage van Grontmij, die de eiser had overgelegd ter onderbouwing van zijn claims, werd als onvoldoende beschouwd. De gedaagden, waaronder de Gemeente, betwistten dat hun werkzaamheden de oorzaak waren van de wateroverlast en stelden dat de eiser zelf verantwoordelijk was voor de drainageproblemen op zijn perceel. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van de eiser niet toewijsbaar waren, omdat niet was aangetoond dat de werkzaamheden van de gedaagden de wateroverlast veroorzaakten.
De voorzieningenrechter wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in civiele procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op schade en aansprakelijkheid.