ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ3764
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van ondercuratelestelling van curanda met grote schulden en onbekende verblijfplaats
In deze zaak verzoekt curanda om wijziging van haar ondercuratelestelling, waarbij zij een nieuwe curator wenst. De huidige curator vraagt om opheffing van de curatele, omdat curanda haar verantwoordelijkheden niet nakomt en met onbekende bestemming is vertrokken. De kantonrechter heeft op 6 maart 2013 de opheffing van de curatele toegewezen, ondanks het feit dat de gronden voor de curatele nog steeds aanwezig zijn. Curanda heeft aanzienlijke schulden van ongeveer € 98.000,00 en geen inkomsten, aangezien haar WWB-uitkering door de gemeente is stopgezet. De kantonrechter oordeelt dat de curator niet langer verantwoordelijk kan worden gehouden voor de daden van curanda, die haar inboedel heeft meegenomen en niet meer bereikbaar is. De kosten voor de publicatie van de beëindiging van de curatele komen voor rekening van de staat, en de curator kan geen vergoeding krijgen voor extra werkzaamheden die hij heeft verricht. De kantonrechter benadrukt dat de curanda zich moet laten helpen en dat de curatele niet langer zinvol is, gezien de omstandigheden. De uitspraak is gedaan door mr. W.E.M. Verjans en is openbaar gemaakt op 6 maart 2013.