ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ2248
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van beschermingsbewind voor echtpaar na oplossing schuldenproblematiek
In deze zaak heeft een echtpaar, [X] en [Y], verzocht om opheffing van hun onderbewindstelling, die was ingesteld vanwege financiële problemen veroorzaakt door hun dochter. De kantonrechter heeft op 19 februari 2013 de mondelinge behandeling van dit verzoek gehouden. Het echtpaar heeft aangegeven dat zij in de afgelopen periode hun schulden bij de Kredietbank te Breda volledig hebben ingelost en dat zij geestelijk in staat zijn om zelf hun financiële zaken te beheren. Ze willen hun dochter, die in detentie zit vanwege onbetaalde boetes, nog één keer helpen door een bedrag van € 9.000,00 te betalen zodat zij weer op vrije voeten kan komen.
De beschermingsbewindvoerster heeft echter betoogd dat het bewind niet opgeheven moet worden, omdat de invloed van de dochter op haar ouders nog steeds groot is, zelfs vanuit de gevangenis. Ze vreest dat als het bewind wordt opgeheven, het echtpaar opnieuw in financiële problemen zal komen door de verzoeken van hun dochter om geld. De kantonrechter heeft de situatie beoordeeld en geconcludeerd dat er geen geestelijke of lichamelijke stoornissen zijn bij het echtpaar en dat de eerdere schulden zijn opgelost. Hij heeft ook opgemerkt dat het eerdere misbruik door de dochter een leermoment voor de ouders is geweest.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten om het beschermingsbewind op te heffen met ingang van 1 maart 2013, omdat hij van mening is dat hij de ouders niet tegen hun wil onder bewind kan houden enkel vanwege een mogelijk toekomstig financieel misbruik door hun dochter. De kantonrechter heeft wel een waarschuwing meegegeven aan het echtpaar om in de toekomst voorzichtig te zijn met hun financiële steun aan hun dochter.