ECLI:NL:RBZWB:2013:BY8722

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
754388 ov 12-5548
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot het stellen van een termijn voor aanvaarding of verwerping van een nalatenschap en benoeming van een vereffenaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 januari 2013 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek ex artikel 4:192, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoekschrift, ingediend door mr. G.Z.U. Virágh namens verzoeker, betreft de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als 'erflater'. Verzoeker, die de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, verzoekt de kantonrechter om een termijn te stellen voor erfgename om zich uit te laten over de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap. Daarnaast verzoekt verzoeker om de benoeming van een vereffenaar, wat echter niet binnen de bevoegdheid van de kantonrechter valt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat erflater geen testament heeft achtergelaten en dat hij twee kinderen had, waaronder verzoeker en erfgename. Verzoeker heeft herhaaldelijk geprobeerd om erfgename te bereiken, maar zij heeft tot op heden geen keuze gemaakt over de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap. De kantonrechter oordeelt dat het redelijk is om erfgename een termijn van vier weken te geven om haar keuze kenbaar te maken, te rekenen vanaf de dag waarop verzoeker de beschikking aan haar heeft betekend.

Wat betreft het verzoek om benoeming van een vereffenaar, heeft de kantonrechter zich onbevoegd verklaard, aangezien deze beslissing aan de rechtbank toekomt. De zaak wordt daarom verwezen naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, Team civiel, voor verdere behandeling van het verzoek tot benoeming van een vereffenaar. De beschikking is openbaar uitgesproken op de zitting van 10 januari 2013.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 754388 OV VERZ 12-5548
beschikking d.d. 10 januari 2013 op een verzoek ex artikel 4:192 lid 2 en 4:203 van het Burgerlijk Wetboek
1. Het verzoek
1.1 Ter griffie werd op 21 december 2012 een verzoekschrift (met bijlagen) ontvangen van [verzoeker], geboren te [geboorteplaats en - datum] en wonende te [adres] (hierna te noemen: “verzoeker”). Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mr. G.Z.U. Virágh, advocaat te Bergen op Zoom.
1.2 Het verzoek heeft betrekking op de nalatenschap van [erflater], geboren te [geboorteplaats en -datum], overleden te [plaats en datum] en laatst gewoond hebbende te [adres] (Verpleeghuis ABG).
1.3 Het verzoek strekt er enerzijds toe een termijn te stellen waarbinnen [erfgename], erfgename in voormelde nalatenschap, een keuze dient te maken als bedoeld in artikel 4:190 lid 1 BW. Anderzijds strekt het verzoek ertoe een vereffenaar te benoemen.
2. De beoordeling
2.1 Erflater heeft niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Erflater was ten tijde van zijn overlijden onhertrouwd weduwnaar en heeft twee kinderen, te weten [verzoeker] (verzoeker) en [erfgename]. Verzoeker heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard.
2.2 Verzoeker stelt dat [erfgename] zich, ondanks herhaalde verzoeken hiertoe, nog niet heeft uitgelaten over de wijze van aanvaarden dan wel het verwerpen van de nalatenschap. Verzoeker stelt dat hij het overlijden van zijn vader wil afsluiten, maar dat er geen verklaring van erfrecht kan worden afgegeven zolang [erfgename] haar keuze niet kenbaar heeft gemaakt. Verzoeker verzoekt de kantonrechter derhalve om [erfgename] een termijn te stellen waarbinnen zij de nalatenschap dient te aanvaarden dan wel te verwerpen.
2.3 De kantonrechter acht het redelijk dat aan [erfgename] een termijn wordt gesteld waarbinnen zij zich dient uit te laten over aanvaarding en de wijze van aanvaarding dan wel verwerping van de nalatenschap en wel binnen vier weken, ingaande op de dag nadat verzoeker deze beschikking aan [erfgename] heeft doen betekenen en een afschrift van deze beschikking met een afschrift van dat exploot heeft doen inschrijven in het boedelregister.
2.4 Voorts stelt verzoeker dat de nalatenschap in beginsel wettelijk vereffend dient te worden aangezien hij de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard maar dat het aannemelijk is dat [erfgename] bij de vereffening elke medewerking zal weigeren. Tevens stelt hij dat vereffening door een contactsbreuk tussen hem en [erfgename] onmogelijk is. Verzoeker verzoekt daarom om op grond van artikel 4:203 BW een vereffenaar te benoemen. De benoeming van een vereffenaar is echter geen taak van de kantonrechter maar van de rechtbank. Met betrekking tot dit onderdeel van het verzoek zal de kantonrechter zich dan ook onbevoegd verklaren en de zaak verwijzen naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, Team civiel.
3. De beslissing
De kantonrechter:
staat [verzoeker] toe om [erfgename], geboren te Rotterdam op 10 januari 1972 en wonende te (4611 RM) Bergen op Zoom, aan de Cromwielstraat 5, een termijn van vier weken te stellen voor het aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap van erflater [erflater] door middel van het afleggen van een daartoe strekkende en in het boedelregister in te schrijven verklaring ter griffie van deze rechtbank. Deze termijn gaat in op de dag nadat [verzoeker] deze beschikking aan [erfgename] heeft doen betekenen en een afschrift van dat exploot met een afschrift van deze beschikking heeft doen inschrijven in het boedelregister;
verklaart zich, voor zover het verzoek betrekking heeft op de benoeming van een vereffenaar ex. artikel 4:203 BW, onbevoegd om hiervan kennis te nemen;
verwijst de zaak met betrekking tot het benoemen van een vereffenaar ex. artikel 4:203 BW naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, Team civiel.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 januari 2013.