ECLI:NL:RBZWB:2013:9698
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 december 2013 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoekster, die als gevolmachtigde van de erfgenamen optreedt, heeft verzocht om de vereffening op te heffen op basis van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek. Dit verzoek is ingediend omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten, vooral gezien de kosten die hiermee gemoeid zijn.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de baten van de nalatenschap onvoldoende zijn om de schulden te dekken en dat het daarom niet noodzakelijk is om de wettelijk voorgeschreven publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen te laten plaatsvinden. In plaats daarvan is geoordeeld dat bekendmaking via internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap. De kantonrechter heeft daarom besloten dat de verzoekster ontheven wordt van de publicatieplicht.
Daarnaast heeft de kantonrechter de vereffeningskosten vastgesteld op € 75,00, zijnde het griffierecht voor het onderhavige verzoekschrift. De griffier is belast met de inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister. De beschikking is openbaar gemaakt en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing, afhankelijk van hun status in de procedure.