ECLI:NL:RBZWB:2013:9698

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 december 2013
Publicatiedatum
17 december 2013
Zaaknummer
2572778_E13122013
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 december 2013 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon. De verzoekster, die als gevolmachtigde van de erfgenamen optreedt, heeft verzocht om de vereffening op te heffen op basis van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek. Dit verzoek is ingediend omdat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten, vooral gezien de kosten die hiermee gemoeid zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de baten van de nalatenschap onvoldoende zijn om de schulden te dekken en dat het daarom niet noodzakelijk is om de wettelijk voorgeschreven publicatie in de Staatscourant en twee nieuwsbladen te laten plaatsvinden. In plaats daarvan is geoordeeld dat bekendmaking via internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap. De kantonrechter heeft daarom besloten dat de verzoekster ontheven wordt van de publicatieplicht.

Daarnaast heeft de kantonrechter de vereffeningskosten vastgesteld op € 75,00, zijnde het griffierecht voor het onderhavige verzoekschrift. De griffier is belast met de inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister. De beschikking is openbaar gemaakt en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing, afhankelijk van hun status in de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 2572778 OV VERZ 13-5785
beschikking d.d. 13 december 2013 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
[verzoekster], werkzaam ten kantore van
[naam], kantoorhoudende op het adres
[adres],
gevolmachtigde van de erfgenamen in de nalatenschap van:
[erflaatster],
laatstelijk gewoond hebbende te [adres],
overleden te [adres] op [datum],
nader te noemen erflaatster.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit het op 21 november 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen.

2.Het verzoek

2.1
Verzoekster is gevolmachtigde van de erfgenamen van erflater. Als gevolmachtigde van de vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater verzoekt zij op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2
Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3
Verzoekster en de erfgenamen hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.

3.De beoordeling

3.1
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2
De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3
Nu in het verzoekschrift niet gebleken is van reeds gemaakte vereffeningskosten zal de kantonrechter de vereffeningskosten enkel vaststellen op het verschuldigde bedrag aan griffierecht voor het onderhavige verzoekschrift, zijnde een bedrag van € 75,00.
3.4
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de vereffeningskosten vast op € 75,00 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 december 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch.