ECLI:NL:RBZWB:2013:9580
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning zonder gelegenheid tot indienen zienswijze
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de intrekking van een verblijfsvergunning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.C. Heijnneman, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat op 11 september 2013 het bezwaar van eiseres ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 9 december 2013, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. J.R. Toussaint.
De rechtbank overwoog dat het in geschil was of eiseres de gelegenheid had moeten krijgen om haar zienswijze in te dienen voordat de intrekking van haar verblijfsvergunning plaatsvond. De rechtbank verwees naar artikel 4:8, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat als niet voldaan is aan een wettelijke verplichting om gegevens te verstrekken, er geen gelegenheid hoeft te worden geboden om een zienswijze in te dienen. Tevens werd artikel 4.43, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) aangehaald, waarin staat dat een vreemdeling die niet langer voldoet aan de voorwaarden van de verblijfsvergunning dit binnen vier weken aan de verweerder moet meedelen.
De rechtbank stelde vast dat eiseres haar relatie met de heer [naam 1] had verbroken en deze wijziging niet aan de verweerder had doorgegeven. Hierdoor had eiseres niet voldaan aan haar wettelijke verplichting. De rechtbank concludeerde dat er voor de staatssecretaris geen verplichting bestond om eiseres in de gelegenheid te stellen een zienswijze in te dienen of haar te horen voordat de intrekking van de verblijfsvergunning plaatsvond. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier R. de Pooter.