ECLI:NL:RBZWB:2013:8897
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot loondoorbetaling en wedertewerkstelling na vernietiging vaststellingsovereenkomst
In deze zaak heeft eiser, die sinds 26 juli 1976 in dienst is bij gedaagde als chauffeur, een vaststellingsovereenkomst gesloten op 20 maart 2013, waarin is afgesproken dat zijn arbeidsovereenkomst per 1 november 2013 eindigt. Eiser is tot die datum vrijgesteld van arbeid met behoud van loon. Eiser stelt echter dat deze overeenkomst onder invloed van wilsgebreken tot stand is gekomen en heeft deze vernietigd. Hij vordert bij wijze van voorlopige voorziening loondoorbetaling en wedertewerkstelling. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat eiser tot 1 november 2013 loon ontvangt en er geen spoedeisend belang is om de bodemprocedure niet af te wachten. De kantonrechter overweegt dat de vaststellingsovereenkomst rechtmatig is en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de vrijstelling van werk in een onomkeerbare situatie terechtkomt. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij door de vrijstelling van werk bepaalde vaardigheden verliest of dat zijn positie in het verdere geschil in gevaar komt. De kantonrechter concludeert dat de vordering van eiser niet kan worden toegewezen en dat hij de proceskosten van gedaagde moet vergoeden.