ECLI:NL:RBZWB:2013:8452
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ondercuratelestelling en instelling van beschermingsbewind en mentorschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2013 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek tot ondercuratelestelling van een rechthebbende. Het verzoek was ingediend op 16 oktober 2013 en was gebaseerd op de stelling dat de rechthebbende, als gevolg van een geestelijke stoornis, niet in staat was zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen het uitgangspunt van zelfbeschikking in het burgerlijk recht benadrukt, en dat beschermingsmaatregelen zoals curatele, beschermingsbewind en mentorschap niet verder mogen ingrijpen dan noodzakelijk is. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 november 2013 is vastgesteld dat de rechthebbende tijdelijk of duurzaam niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen noodzaak was voor de meest ingrijpende maatregel van curatele, omdat de belangen van de rechthebbende voldoende konden worden beschermd door middel van beschermingsbewind en mentorschap. De rechthebbende heeft aangegeven dat hij de voorkeur geeft aan deze minder ingrijpende maatregelen. De kantonrechter heeft vervolgens het verzoek tot ondercuratelestelling als ingetrokken beschouwd en heeft een bewind ingesteld over alle goederen van de rechthebbende, evenals een mentorschap. De beoogde curator is benoemd tot bewindvoerder en mentor, met de verplichting om jaarlijks verslag uit te brengen aan de kantonrechter. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze eindbeslissing.