ECLI:NL:RBZWB:2013:8433
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een koopovereenkomst en financieringsvoorbehoud in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2013, staat de ontbinding van een koopovereenkomst centraal. De eiser, vertegenwoordigd door mr. B.H. Vader, heeft de gedaagden, vertegenwoordigd door mr. J.B. de Meester, aangeklaagd wegens het niet nakomen van de koopovereenkomst van een woning. De kern van het geschil betreft de vraag of de gedaagden toerekenbaar tekort zijn gekomen in de nakoming van de overeenkomst en of zij recht hebben op een boete van € 18.000,--. De gedaagden hebben de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen op basis van een financieringsvoorbehoud, omdat zij niet in staat waren de financiering rond te krijgen. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagden op 25 juni 2012 de ontbinding hebben ingeroepen, maar dat de eiser betwist dat hij of zijn makelaar heeft ingestemd met deze ontbinding.
De rechter heeft verder onderzocht of de gedaagden voldoende inspanningen hebben geleverd om de financiering te verkrijgen. De eiser stelde dat er ten minste twee financieringsaanvragen gedaan moesten worden, maar de rechter oordeelde dat dit niet voldoende was onderbouwd. De rechter concludeerde dat de gedaagden, gezien de omstandigheden, met de enkele afwijzing van Argenta konden volstaan en dat zij zich voldoende hadden ingespannen om de benodigde financiering te verkrijgen. De rechter oordeelde dat de ontbinding van de koopovereenkomst door de gedaagden rechtmatig was en dat de vorderingen van de eiser moesten worden afgewezen.
Als gevolg hiervan werd de eiser veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die op € 900,-- werden begroot. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter J.A. van Voorthuizen tijdens een openbare zitting.