In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een advocaat die tijdens een getuigenverhoor een rechercheur beledigde. De feiten vonden plaats op 24 november 2009, toen de verdachte, als advocaat, aanwezig was bij een verhoor van de rechercheur [getuige 1] door de rechter-commissaris in een omvangrijke drugszaak. Tijdens dit verhoor, dat als stroef en onplezierig werd ervaren, noemde de verdachte de rechercheur in een verzuchting voor iedereen hoorbaar 'sukkel'. De rechtbank oordeelde dat het uiten van een dergelijke belediging ongepast is, vooral gezien de professionele setting waarin het plaatsvond. Echter, de rechtbank legde geen straf op, rekening houdend met de lange duur van de procedure en het blanco strafblad van de verdachte.
De rechtbank behandelde ook de ontvankelijkheid van de officier van justitie en de context van de belediging. De verdediging voerde aan dat de belediging niet als strafbaar kon worden aangemerkt, gezien de omstandigheden waaronder deze was gedaan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de kans dat de rechercheur zich beledigd zou voelen door zijn opmerking. Uiteindelijk werd de verdachte schuldig verklaard aan eenvoudige belediging, maar er werd geen straf opgelegd. De rechtbank kende wel een schadevergoeding toe aan de benadeelde partij, [getuige 1], ter hoogte van € 75,= voor immateriële schade.