3.1.De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende feiten:
[eiseres] is getrouwd geweest met [naam X]. Het huwelijk is op 14 augustus 2008 ontbonden.
De gevolgen van die ontbinding zijn geregeld in een echtscheidingsconvenant van 9 juli 2008. Daarbij is de woning van [eiseres] en [naam X] aan de [straatnaam] te [woonplaats] (verder te noemen: de woning) aan [naam X] toegedeeld onder de verplichting om voor zijn rekening te nemen de op de woning drukkende hypothecaire lasten, bestaande in een hypothecaire geldlening ten bedrage van in hoofdsom € 215.000,00 bij MNF Bank NV (hierna: MNF), en voorts onder de verplichting om wegens overbedeling € 26.000,00 aan [eiseres] te betalen.
Om aan zijn verplichtingen jegens MNF en [eiseres] te kunnen voldoen, is [naam X] een hypothecaire lening van € 216.900,00 aangegaan bij Amstelstaete Hypotheken BV en heeft hij een bedrag van (ongeveer) € 33.000,00 geleend van de vader van [eiseres].
Bij notariële akte van 11 september 2008 is de woning aan [naam X] geleverd. De akte is gepasseerd bij de notaris [naam notaris], middellijk aandeelhouder van het notariskantoor. De akte vermeldt dat de hypothecaire lening en de schuld aan [eiseres] door [naam X] zijn afgelost door betalingen op de rekening van het notariskantoor en dat [eiseres] ontslagen is uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.
[eiseres] en [naam X] hebben hierna gezamenlijk, naar aanleiding van een offerte gedateerd 19 december 2008, een bedrag van € 250.000,00 geleend van MoneYou BV, waarmee de lening bij Amstelstaete en een deel van de lening bij de vader van [eiseres] zijn afbetaald. Op 24 december 2008 is een akte van hypotheek verleden voor [naam notaris], waarbij [naam X] een recht van hypotheek op de woning heeft gegeven aan MoneYou. Bij gelegenheid van het passeren van de akte, hebben [naam X] en [eiseres] op advies van [naam notaris] een overeenkomst gesloten, waarbij [naam X] zich heeft verbonden om, zo lang [eiseres] hoofdelijk aansprakelijk zal zijn voor betaling van de lening aan MoneYou, een op zijn leven afgesloten levensverzekering aan te houden en [eiseres] als eerste begunstigde aan te wijzen, terwijl [eiseres] zich heeft verbonden om de uitkering uit die verzekering aan te wenden ter aflossing van de lening aan MoneYou.
[naam X] is in 2010 in staat van faillissement verklaard.
MoneYou heeft de woning verkocht.
Bij brief van 13 december 2010 is [eiseres] medegedeeld dat de restantvordering uit hoofde van de geldlening na verkoop van de woning € 43.074,95 bedraagt. MoneYou heeft [eiseres] aangesproken tot betaling van dit bedrag.
Bij brief van 9 november 2010 heeft [curator], de curator in het faillissement van [naam X], [eiseres] onder meer als volgt bericht:
“(…) Het vorenstaande betekent dat u en de gefailleerde hoofdelijk aansprakelijk waren voor de nakoming van de betalingsverplichting van € 272.607,04 jegens de bank. In de onderlinge verhouding tussen u en de gefailleerde hoeft de gefailleerde de helft van laatstgenoemd bedrag bij te dragen in de aflossing van die schuld, derhalve € 136.303,52. De gefailleerde heeft echter € 229.539,31 afgelost en derhalve € 93.235,79 meer dan waartoe hij in onderlinge verhouding met u verplicht was. Op grond van het bepaalde in artikel 6:12 lid 1 BW is de gefailleerde gesubrogeerd in de vorderingsrechten van de bank. Als gevolg van het vorenstaande bent u verplicht het bedrag van € 93.235,79 aan de boedel te vergoeden. (…)”
Bij brief van 14 juli 2011 heeft [eiseres] [naam notaris] medegedeeld dat hij tekortgeschoten is in de verplichting om [eiseres] te wijzen op de risico’s die verbonden waren aan de ondertekening van de akte van 24 december 2008 en heeft zij [naam notaris], althans het notariskantoor, aansprakelijk gesteld voor de als gevolg daarvan door haar geleden schade.
De beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van [naam notaris] heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.