Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
beschikking van de kantonrechter d.d. 17 januari 2013
[verzoeker],
het verloop van de procedure
- verzoekschrift, ingediend op 26 november 2012,
- verweerschrift,
- nadere producties van mr. M.A.M. Lem, ingekomen op 2 januari 2013,
- mondelinge behandeling van 3 januari 2013.
de feiten
de beoordeling van de zaak
In afwijking van aanbeveling 3.1 zal de kantonrechter in geval van een ontbinding wegens een reorganisatie van de onderneming een vergoeding toekennen overeenkomstig een ter zake gemaakt sociaal plan, mits dat plan schriftelijk overeengekomen is door de werkgever met tot de CAO onderhandelingen in de sector toegelaten dan wel anderszins voldoende representatieve vakorganisaties, tenzij onverkorte toepassing daarvan leidt tot een evident onbillijke uitkomst voor de betrokken werknemer’.[verzoeker] heeft gesteld dat het sociaal plan niet is overeengekomen voor werknemers in zijn positie maar voor het lager en midden kader, waardoor de vakbonden dan ook niet worden geacht representatief te zijn voor de positie van [verzoeker]. Hertel heeft hiertegen gemotiveerd gesteld dat het Sociaal Plan wel op [verzoeker] van toepassing is omdat hij valt onder de definitie van ‘medewerker’ in de zin van het sociaal plan. De kantonrechter is van oordeel dat het sociaal plan inderdaad op [verzoeker] van toepassing is omdat hij valt onder het begrip ‘medewerker’.