Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
voorheen genaamd EUROFINTUS B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 juli 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 25 oktober 2012;
- een schriftelijke machtiging zijdens IDM;
- akte na comparitie zijdens [gedaagde];
- antwoordakte na comparitie zijdens IDM.
2.De feiten
3.Het geschil en de beoordeling daarvan.
- het principe van kredietverstrekking is dat de schuldenaar gehouden is het hem verstrekt krediet, op de condities als in de kredietovereenkomst uiteengezet, terug te betalen;
- de kantonrechter te Schiedam [gedaagde] in het vonnis van 5 oktober 1993 heeft veroordeeld tot terugbetaling van het ten titel van geldlening door (de rechtsvoorgangster van) IDM verstrekte bedrag, vermeerderd met rente en kosten;
- het vonnis van de kantonrechter te Schiedam d.d. 5 oktober 1993 op 7 oktober 1993 aan [gedaagde] is betekend en IDM vervolgens tot tenuitvoerlegging van het vonnis is overgegaan, doch die tenuitvoerlegging – nadat een bedrag van f. 1.744,57 was voldaan – heeft gestaakt als gevolg van het feit dat door de preferente crediteur van [gedaagde], de Belastingdienst, executoriaal beslag was gelegd op een [gedaagde] toekomende uitkering uit hoofde van de sociale verzekeringswetten;
- de vordering van de Belastingdienst afgerond f. 44.000,-- bedroeg en door het executoriale beslag van de Belastingdienst het maximaal toelaatbare bedrag van f. 74,-- per maand werd getroffen en aldus de afwikkeling van de vordering van de Belastingdienst – bij ongewijzigde omstandigheden – 594 maandelijkse termijnen zou belopen;
- voornoemd, wezenlijk, aspect in de kort gedingprocedure niet is belicht respectievelijk niet in de afweging van het geschil door het gerechtshof is betrokken;
- in de kort gedingprocedure eveneens onderbelicht is gebleven het feit dat het kenteken van het motorvoertuig, waarop het door (de rechtsvoorgangster van) IDM verstrekte krediet zag, was gesteld op naam van de ex-echtgenoot en de verblijfplaats van dat motorrijtuig aldus niet door (de rechtsvoorgangster van) IDM kon worden achterhaald en die verblijfplaats ook niet door [gedaagde] aan (de rechtsvoorgangster van) IDM is gemeld.
4.De beoordeling
904,00(2,0 punt × tarief € 452,00)