3.2.De rechtbank gaat voor de beoordeling van het geschil uit van de volgende feiten:
Op 30 november 2004 is [eiser in conventie/verweerder in reconventie] eigenaar geworden van een voormalige slagerij met woonhuis, ondergrond, erf, tuin en verdere aanhorigheden, gelegen aan de [adres] te [woonplaats]. Het door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] gekochte perceel is volgens de kadastrale kaart ruim 100 meter lang en ongeveer 8 meter breed. De strook grond grenst met een breedtezijde aan de [adres] en staat als het ware haaks op die straat. De strook grenst met de andere breedtezijde aan een “brandgang” die breed genoeg is om daardoor met een auto te gaan. In de lengterichting van de strook grond van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie], bevindt zich een deels bestraat pad van de brandgang naar de achterzijde van de woning van [eiser in conventie/verweerder in reconventie]. Het pad is ruim breder dan een auto. Via het pad kan de achterzijde van de woning van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] worden bereikt.
Evenwijdig aan de strook grond van [eiser in conventie/verweerder in reconventie], eveneens haaks op de [adres], bevindt zich de [adres 2]. Tussen de strook grond van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] en de [adres 2] bevinden zich een aantal rechthoekige percelen met woningen van mensen die aan de [adres 2] wonen. Hun percelen grenzen met een korte kant aan de strook grond van [eiser in conventie/verweerder in reconventie], aan de zijde waar het pad gelegen is.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is sinds 1961 eigenaar van een van die percelen en woont aan de [adres 2] 13. Zijn perceel bevindt zich vlakbij de toegang tot het pad vanaf de brandgang. Over de hele breedte van de zijde van zijn perceel die grenst aan de strook grond van [eiser in conventie/verweerder in reconventie], staat, een tweetal meters van de grens van het erf van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] af, de dubbele garage van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]. De garage heeft twee garagedeuren aan de zijde die grenst aan de strook grond van [eiser in conventie/verweerder in reconventie]. Het is niet mogelijk om de garage via de deuren anders te bereiken dan via het pad op de strook grond van [eiser in conventie/verweerder in reconventie].
Bij brief van 16 september 2009 heeft [eiser in conventie/verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] als volgt bericht:
“Wij gaan onze achtertuin herinrichten. Uw garage komt uit in onze achtertuin. Volgens de notariële akte hebt u geen recht van overpad. Er zijn verder ook geen andere stukken bekend die u dit recht toezeggen. Vanaf 1 oktober zullen wij u de toegang tot onze tuin ontzeggen, en eventueel in samenspraak een gepaste erfscheiding oprichten.”
Bij brief van 24 september 2009 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] [eiser in conventie/verweerder in reconventie] bericht – kort gezegd – dat er al meer dan 30 jaar gebruik wordt gemaakt van het pad om te komen en te gaan van de openbare weg naar de garage en dat er door verjaring een recht van erfdienstbaarheid is ontstaan.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft op de grens van zijn perceel en het perceel van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] metalen palen geplaatst en een metalen hekwerk. Direct naast het pad, tegenover de garage van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie], heeft hij stenen en hout opgestapeld.
Bij brief van 28 december 2011 heeft de raadsman van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan [eiser in conventie/verweerder in reconventie] medegedeeld dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] door verjaring ten laste van het erf van [eiser in conventie/verweerder in reconventie] een erfdienstbaarheid van overpad verkregen heeft om met zijn voertuigen vanuit de garage naar de openbare weg te komen en omgekeerd. Verder is medegedeeld dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] in strijd hiermee palen en een hekwerk geplaatst heeft op de erfgrens als gevolg waarvan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet meer in of uit de garage kan komen, alsmede dat in- en uitrijden wordt bemoeilijkt door de opgeslagen stenen en hout aan de andere zijde van het pad. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] is gesommeerd om een en ander ongedaan te maken.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen erfdienstbaarheid is ontstaan en heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gesommeerd om het gebruik van het perceel te beëindigen.