ECLI:NL:RBZWB:2013:7105

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 september 2013
Publicatiedatum
1 oktober 2013
Zaaknummer
C/02/268137 / JE RK 13-1622
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot benoeming van een bijzondere curator voor een onder toezicht gestelde minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, die onder toezicht staat. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], verblijft bij een zorginstelling en zijn ouders, [naam vader] en [naam moeder], zijn belast met het gezag. Mr. S. Köller heeft namens de minderjarige verzocht om benoeming tot bijzondere curator, omdat de minderjarige zich onvoldoende gehoord voelt en zijn eigen standpunt wil inbrengen in de procedure. De ouders en de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland vertegenwoordigen de belangen van de minderjarige, maar er is een belangenstrijd geschetst tussen de minderjarige en zijn ouders, die primair gericht zijn op gezinshereniging.

De kinderrechter heeft de feiten in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen die de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige regelen. De kinderrechter overweegt dat de ouders en de Stichting de belangen van de minderjarige vertegenwoordigen en dat de minderjarige, gezien zijn leeftijd, zelf zijn standpunt kan inbrengen tijdens het kinderverhoor. De kinderrechter concludeert dat er geen sprake is van een belangenstrijd in de zin van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de inzet van zowel de minderjarige als de ouders gericht is op gezinshereniging.

Uiteindelijk wijst de kinderrechter het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator af, omdat de belangen van de minderjarige al adequaat worden vertegenwoordigd door zijn ouders en de Stichting. De beslissing is genomen te Middelburg en is openbaar uitgesproken op 27 september 2013.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Zittingsplaats: Middelburg
zaak/reknr: C/02/268137 / JE RK 13-1622
beschikking van de kinderrechter d.d. 27 september 2013
in de zaak met betrekking tot de onder toezicht gestelde minderjarige

[naam minderjarige] (hierna: de minderjarige),

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
als kind van
[naam vader] (hierna: de vader)
en
[naam moeder] (hierna: de moeder), beiden wonende te [woonplaats en adres],
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.
De ouders zijn belast met het gezag over de minderjarige.
De minderjarige verblijft bij de zorginstelling[naam zorginstelling]

Het procesverloop

Op 19 september 2013 heeft mr. S. Köller namens de minderjarige verzocht haar te benoemen tot bijzondere curator over de minderjarige.
Op 26 september 2013 is van mr. Köller aanvullende informatie ontvangen.

De feiten

Bij beschikking van de kinderrechter van 6 oktober 2011 is de ondertoezichtstelling van de minderjarige uitgesproken met ingang van 7 oktober 2011 en tot 7 oktober 2012 met benoeming van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland (hierna: de Stichting) tot gezinsvoogdij-instelling.
Bij beschikking van de meervoudige kamer van 4 oktober 2012 is de ondertoezichtstelling laatstelijk verlengd met ingang van 7 oktober 2012 en tot 7 oktober 2013 met behoud van de Stichting als gezinsvoogdij-instelling.
Bij beschikking van de kinderrechter van 13 augustus 2013 is de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie van een zorgaanbieder (AWBZ-voorziening) met ingang van 13 augustus 2013 en tot 7 oktober 2013 verleend.

De beoordeling

Ter zitting van 1 oktober 2013 zullen de verzoeken van de Stichting tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie van een zorgaanbieder worden behandeld.
Mr. Köller heeft namens de minderjarige verzocht haar te benoemen tot bijzondere curator over de minderjarige. Zij voert hiertoe aan dat de minderjarige zich onvoldoende gehoord en niet serieus genomen voelt, nu de Stichting stelt dat het standpunt van de minderjarige tot stand komt doordat hij door de ouders wordt beïnvloed. Er is sprake van een belangenstrijd met de ouders nu de minderjarige - onafhankelijk van de zienswijze van zijn ouders - zijn eigen standpunt naar voren wil brengen door middel van een procesvertegenwoordiger en op die wijze een zelfstandige procespositie wenst in te nemen. Daarnaast hebben de ouders en de minderjarige verschillende belangen in die zin dat bij de ouders de wens tot thuisplaatsing en gezinshereniging primair aanwezig lijkt te zijn, terwijl het belang van de minderjarige daarin ligt dat hij veilig opgroeit. Het belang van de minderjarige kan overeen komen met de wensen van de ouders, maar dit kan ook niet in overeenstemming zijn. Ook hierin is een belangrijke rol voor de bijzondere curator zichtbaar.
De kinderrechter overweegt als volgt.
De ouders zijn belast met het gezag over de minderjarige en de minderjarige staat onder toezicht van de Stichting. Gelet hierop vertegenwoordigen de ouders en de Stichting de belangen van de minderjarige. Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechter, wanneer in aangelegenheden betreffende diens verzorging en opvoeding dan wel het vermogen van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouder(s) in strijd zijn met die van de minderjarige en indien de rechter dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige te vertegenwoordigen.
Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat de belangenstrijd er uit bestaat dat de minderjarige in genoemde procedure zijn eigen standpunt naar voren wil brengen door middel van een procesvertegenwoordiger. De wens om een zelfstandige procespositie in te nemen is geen grond voor toewijzing van het verzoek. De ouders en de Stichting vertegenwoordigen immers in rechte de belangen van de minderjarige en de minderjarige heeft, gelet op zijn leeftijd, zelfstandig de mogelijkheid om zijn standpunt tijdens het kinderverhoor bij de kinderrechter naar voren te brengen.
Voorts is gesteld dat de minderjarige en de ouders verschillende belangen hebben. Dat is niet gebleken aangezien uit de stukken blijkt dat de inzet van zowel de minderjarige als de ouders gericht is op gezinshereniging en daarmee afwijzing van het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat geen sprake is van een belangenstrijd in de hiervoor genoemde zin. Het verzoek zal worden afgewezen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator over de minderjarige, af.
Deze beslissing is gegeven te Middelburg door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van
F. Casant als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 september 2013. [1]
(FC)

Voetnoten

1.