Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
(€ 3,25 per m²) en was gebaseerd op een taxatie van [taxateur W] verbonden aan [kantoornaam taxateur W] te Rosmalen (hierna: [kantoornaam taxateur W]). Belanghebbende en haar zus hebben ieder hun deel van de overdrachtsbelasting over de koopprijs op aangifte voldaan.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
€ 30,40 per m² heeft gehanteerd. Aan het oordeel kan, gelet op het vorenoverwogene, ook niet afdoen de verwijzing van de inspecteur naar de in 2.5.4 bedoelde brief van een projectontwikkelaar over mogelijke aankoop van gronden in [plaats Y]. Bovendien is bedoelde brief naar het oordeel van de rechtbank van te algemene aard.
€ 3,25 per m² (volgens de taxatie van [kantoornaam taxateur W]) te laag was. Met de inspecteur is de rechtbank van oordeel dat deze taxatie niet juist kon zijn omdat [kantoornaam taxateur W] geen rekening heeft gehouden met de mogelijke bestemmingswijzigingen en de meerwaarde terwijl dit redelijkerwijs voor een professionele marktdeelnemer wel voldoende kenbaar was. Voor dat geval heeft belanghebbende gesteld dat zij een waarde van € 10 per m² voorstaat.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot een berekend naar een verkrijging van
€ 773,87;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: