Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
(€ 3,25 per m²) en was gebaseerd op een taxatie van [taxateur W] verbonden aan[kantoornaam taxateur W] te Rosmalen (hierna: [kantoornaam taxateur W]). Belanghebbende en de zus hebben ieder hun deel van de overdrachtsbelasting over de koopprijs op aangifte voldaan.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
€ 3,25 per m² (volgens de taxatie van [kantoornaam taxateur W]) te laag was. Met de inspecteur is de rechtbank van oordeel dat deze taxatie niet juist kon zijn omdat [kantoornaam taxateur W] geen rekening heeft gehouden met de mogelijke bestemmingswijzigingen en de meerwaarde terwijl dit redelijkerwijs voor een professionele marktdeelnemer wel voldoende kenbaar was. Voor dat geval heeft belanghebbende gesteld dat zij een waarde van € 10 per m² voorstaat.
€ 8 per m2) om daaruit conclusies te kunnen trekken. Op 1 oktober 2005 is een overeenkomst gesloten met een initiële betaling van € 10 per m² en een bijbetaling van € 80. Gelet hierop stelt de rechtbank de waarde van de grond in de [gebied] per 9 november 2005 in goede justitie vast op € 23 per m2. De rechtbank neemt daarbij de waardedrukkende invloed in aanmerking van de omstandigheid dat een nabetaling, zo die al gaat plaatsvinden, pas in de verdere toekomst zal worden ontvangen.
5.Proceskosten
(procedurenummer 11/4863), gegrond is verklaard en voornoemde kosten ook op die procedure ziet wordt aan deze procedure € 773,88 toegekend. Overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn gesteld noch gebleken.
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de naheffingsaanslag tot een berekend naar een verkrijging van
€ 773,88;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: