ECLI:NL:RBZWB:2013:6709

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2013
Publicatiedatum
23 september 2013
Zaaknummer
2330010_E18092013
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot ondercuratelestelling van rechthebbende wegens verslaving aan verdovende middelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 september 2013 een beschikking gegeven tot ondercuratelestelling van een rechthebbende, die door zijn voortdurende cocaïnegebruik niet in staat is zijn eigen belangen te waarborgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechthebbende, door zijn verslaving, niet alleen zijn eigen veiligheid in gevaar brengt, maar ook een gevaar vormt voor de openbare orde. Dit is in strijd met de parlementaire geschiedenis, waarin wordt gesteld dat verslaving aan verdovende middelen niet onder de gewoonte van drankmisbruik valt. Echter, de rechtbank heeft geoordeeld dat de verslaving heeft geleid tot een geestelijke stoornis, waardoor het verzoek tot ondercuratelestelling alsnog kan worden toegewezen.

De rechthebbende is voornemens om naar een kliniek in Zuid-Afrika te vertrekken voor een afkickprogramma. De belanghebbende, die de levensgezel van de rechthebbende is, heeft schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de ondercuratelestelling en de benoeming van de voorgestelde curator. De kantonrechter heeft de curator benoemd, aangezien deze zich bereid heeft verklaard het curatorschap te aanvaarden en er geen bezwaren tegen haar zijn gebleken.

De rechtbank heeft bepaald dat de curator de uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen moet publiceren in de Staatscourant en in twee aangewezen dagbladen. De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij het beroepschrift door een advocaat moet worden ingediend.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 2330010 OV VERZ 13-4298
beschikking d.d. 18 september 2013 op een verzoek tot ondercuratelestelling
ingediend door

1.[naam] en

2. [naam], beiden wonende te [adres]
, hierna te noemen verzoekers,
inzake:
[naam], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
hierna te noemen rechthebbende.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procedure blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 6 september 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 1:379 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
b. de op 10 september 2013 ontvangen brief van verzoeker sub 2;
c. het behandelplan van Stichting Addictioncare betreffende rechthebbende, met bijlagen;
d. het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende rechthebbende;
e. de akkoordverklaring van de hierna te noemen belanghebbende;
f. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curator;
g. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling ter zitting van 10 septemer 2013 en het bij die gelegenheid gehouden verhoor van rechthebbende.
1.2
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.3
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
1. rechthebbende;
2. de levensgezel van rechthebbende.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van rechthebbende. Geen van de belanghebbenden heeft zich tegen het verzoek verzet.

3.De beoordeling

3.1
Uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting, alsmede het gehouden verhoor van rechthebbende, blijkt dat rechthebbende door voortdurend cocaïnegebruik zijn eigen belangen niet behoorlijk waarneemt, althans zijn eigen veiligheid in gevaar brengt, althans een gevaar vormt voor de openbare orde. Uit de parlementaire geschiedenis (Parl. Gesch., Aanpassing BW (Inv. 3, 5 en 6). p. 84-86) blijkt dat verslaving aan verdovende middelen niet onder “gewoonte van drankmisbruik” is begrepen. Nu echter voldoende is komen vast te staan dat deze verslaving aan verdovende middelen ook heeft geleid tot een geestelijke stoornis bij rechthebbende, kan het onderhavige verzoek tot ondercuratelestelling toch worden toegewezen. Rechthebbende vertrekt op korte termijn naar een kliniek in Zuid-Afrika om aldaar een afkickprogramma te volgen.
3.2
De belanghebbende heeft schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de ondercuratelestelling van rechthebbende en benoeming van de voorgestelde curator.
Deze benoeming is in overeenstemming met de uitdrukkelijke voorkeur van rechthebbende.
3.3
Aangezien de voorgestelde curator zich bereid heeft verklaard het curatorschap te aanvaarden en ten aanzien van haar geen bezwaren zijn gebleken, zal de kantonrechter haar in die functie benoemen.
3.4
Ingevolge artikel 1:390 BW is de curator gehouden om deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen na heden te publiceren in de Staatscourant alsmede in de twee hierna aangewezen dagbladen. Ingeval de curator daarmede nalatig is, is zij zelf gehouden aan derden de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- stelt onder curatele [naam], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Steenbergen;
- benoemt over deze tot curator[naam], adreshoudend te [adres];
- bepaalt dat de curator deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien na heden dagen publiceert in de Staatscourant en wijst aan als dagbladen waarin deze uitspraak door de curator moet worden bekend gemaakt:
- het dagblad "Algemeen Dagblad" te Rotterdam en
- het dagblad "BN-De Stem" te Breda.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 september 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeslissing betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: