ECLI:NL:RBZWB:2013:6709
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing tot ondercuratelestelling van rechthebbende wegens verslaving aan verdovende middelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 september 2013 een beschikking gegeven tot ondercuratelestelling van een rechthebbende, die door zijn voortdurende cocaïnegebruik niet in staat is zijn eigen belangen te waarborgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechthebbende, door zijn verslaving, niet alleen zijn eigen veiligheid in gevaar brengt, maar ook een gevaar vormt voor de openbare orde. Dit is in strijd met de parlementaire geschiedenis, waarin wordt gesteld dat verslaving aan verdovende middelen niet onder de gewoonte van drankmisbruik valt. Echter, de rechtbank heeft geoordeeld dat de verslaving heeft geleid tot een geestelijke stoornis, waardoor het verzoek tot ondercuratelestelling alsnog kan worden toegewezen.
De rechthebbende is voornemens om naar een kliniek in Zuid-Afrika te vertrekken voor een afkickprogramma. De belanghebbende, die de levensgezel van de rechthebbende is, heeft schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de ondercuratelestelling en de benoeming van de voorgestelde curator. De kantonrechter heeft de curator benoemd, aangezien deze zich bereid heeft verklaard het curatorschap te aanvaarden en er geen bezwaren tegen haar zijn gebleken.
De rechtbank heeft bepaald dat de curator de uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen moet publiceren in de Staatscourant en in twee aangewezen dagbladen. De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij het beroepschrift door een advocaat moet worden ingediend.