ECLI:NL:RBZWB:2013:6484

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2013
Publicatiedatum
9 september 2013
Zaaknummer
772019_E06092013
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing machtigingsverzoek tot opstellen testament door curandus met geestelijke stoornis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2013 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek tot het verlenen van een machtiging om namens curandus een testament op te maken. Curandus, die onder curatele staat wegens een ernstige geestelijke stoornis, is bij beschikking van de rechtbank te Roermond van 18 januari 1979 onder curatele gesteld. De huidige curator, benoemd door de rechtbank te Breda op 29 december 1992, heeft het verzoek ingediend, omdat curandus geen contact kan hebben met zijn familie en er geen redelijke mogelijkheid is om met hem te communiceren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 20 augustus 2013 was curandus niet aanwezig, wat werd verklaard door de curator en zijn echtgenote. Zij gaven aan dat curandus niet kan praten en functioneert op het niveau van een driejarige. De kantonrechter heeft besloten om curandus niet persoonlijk te horen, gezien de eerdere vaststellingen van de rechtbank en de informatie die tijdens de zitting is verstrekt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 4:55 lid 2 BW, curandus alleen met toestemming van de kantonrechter uiterste wilsbeschikkingen kan maken. De kantonrechter concludeert dat de geestelijke stoornis van curandus hem belemmert om de gevolgen van de voorgestane wilsbeschikking te overzien. Dit leidt tot de afwijzing van het verzoek om een machtiging te verlenen voor het opstellen van een ontervend testament. De kantonrechter benadrukt dat het belang van curandus voorop staat en dat de mening van de curator over de familiebanden niet kan leiden tot een toewijzing van het verzoek.

De beschikking is ondertekend door de kantonrechter en de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 772019 OV VERZ 13-178
beschikking d.d. 6 september 2013 op een machtigingsverzoek

1.Het verzoek en de beoordeling

1.1
De kantonrechter heeft kennisgenomen van een schriftelijk verzoek d.d. 27 februari 2013, ingekomen ter griffie op 28 maart 2013, tot het verlenen van een machtiging om namens curandus een testament op te maken (een kopie van dat schriftelijk verzoek is aan deze beschikking gehecht).
1.2
Curandus, geboren [geboortedatum], is bij beschikking van de rechtbank te Roermond van 18 januari 1979 onder curatele gesteld. Bij beschikking van de rechtbank te Breda van 29 december 1992 is de huidige curator tot curator benoemd. In deze beschikking werd melding gemaakt van het feit, dat het niet mogelijk is om enig redelijk contact met rechthebbende (toen gerekestreerde) te hebben en dat de rechtbank het daarom niet zinvol achtte om hem ter zake het toenmalige verzoek te horen.
1.3
Naar aanleiding van voormeld verzoek heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 20 augustus 2013, tijdens welke zitting is verschenen de huidige curator de heer [naam] en zijn echtgenote mevrouw [naam], alsmede de heer [naam].
1.4
Hoewel deugdelijk opgeroepen is curandus tijdens voormelde mondelinge behandeling niet verschenen. De curator en zijn echtgenote delen desgevraagd wat betreft dit niet-verschijnen van curandus mede dat curandus niet kan praten en dat deze functioneert op het niveau van een driejarige. Curandus heeft bij zijn geboorte een zuurstofgebrek gehad en daardoor functioneert een groot deel van zijn hersenen niet. Voorts begint curandus te schreeuwen als hem iets niet aan staat. Curator en zijn echtgenote bevestigen dat het volstrekt zinloos is om te trachten alsnog een gesprek met curandus te hebben. Curandus woont vanaf zijn 8e jaar in verzorgende instellingen omdat zijn ouders niet langer in staat waren om hem thuis te verzorgen. Hij verblijft op dit moment op de gesloten afdeling van de zorginstelling. Nu deze mededelingen met betrekking tot de toestand/persoon van curandus overeenkomen met wat de rechtbank Breda al eerder heeft vastgesteld, ziet de kantonrechter af van het alsnog persoonlijk horen van curandus.
1.5
Curator heeft in eerdere brieven aan de rechtbank reeds laten weten dat curandus (zijn broer) behalve door hem en zijn echtgenote door geen enkele broer of zus wordt bezocht. Evenmin wordt ooit door hen naar curandus geïnformeerd. Zelfs een kaart voor de verjaardag van curandus kan er niet af. Wel wordt af en toe naar het geld van curandus geïnformeerd, aldus curator. Curandus heeft -afgezien van curator- nog twee broers en twee zussen. Een broer is overleden. Curator vraagt of het mogelijk is om voor curandus een testament op te maken, waarbij de overige broers en zussen -gelet op hun jarenlange desinteresse- niet in het testament worden opgenomen. Indien dit mogelijk is, verzoekt curator hem een machtiging op dit punt te verstrekken.
1.6
Curandus is al in 1979 wegens een ernstige geestelijke stoornis onder curatele gesteld. Op grond van artikel 4:55 lid 2 BW kan degene die wegens geestelijke stoornis onder curatele staat slechts met toestemming van de kantonrechter uiterste wilsbeschikkingen maken. De kantonrechter kan die toestemming slechts verlenen indien hij zich ervan heeft overtuigd dat de geestelijke stoornis niet verhinderd dat de curandus de gevolgen van de voorgestane wilsbeschikking overziet. Op grond tijdens de zitting van 20 augustus 2013 verstrekte informatie met betrekking tot curandus is de kantonrechter van oordeel, dat de bestaande geestelijke stoornis van curandus hem volstrekt verhinderd om vorenbedoelde gevolgen van de voorgestane wilsbeschikking te overzien. Dit enkele feit maakt al dat de kantonrechter de voormelde toestemming tot testeren niet mag verlenen.
1.7
Wellicht ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat hij in het kader van de ondercuratelestelling van curandus slechts één belang heeft te behartigen en dat is het belang van curandus. Curandus is en was nooit in staat om de gevolgen van het voorgestane testeren te overzien. Hier klemt te meer dat het om vergaande gevolgen gaat, te weten:
het opstellen van een ontervend testament. We zullen nooit weten of curandus zelf ooit gevolgen had willen verbinden aan de wijze waarop de overige broers en zussen in de afgelopen jaren belangstelling hebben getoond voor zijn persoon. Dat de curator daar een bepaalde mening over heeft, kan de kantonrechter zich goed voorstellen. Deze mening kan echter nooit de basis zijn voor een toewijzende beschikking.
1.8
Rest de kantonrechter om de curator te wijzen op de forfaitaire vergoeding waarop hij als familiecurator op grond van de landelijke aanbevelingen (zie www.rechtspraak.nl) aanspraak kan maken. Het is de kantonrechter bekend dat de curator in het verleden wel om enige vergoeding heeft gevraagd maar niet tot het bedrag waarop hij aanspraak mag maken.

2.De beslissing

De kantonrechter:
wijst het machtigingsverzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 6 september 2013 door mr. W.E.M. Verjans en door deze en de griffier ondertekend.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een procureur worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.