Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte, ingekomen d.d. 4 juli 2013;
- de overige stukken.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juli 2013 een beslissing genomen over een bevel tot beperking van het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte. De officier van justitie had dit bevel aangevraagd, omdat de raadsman meerdere verdachten in dezelfde zaak vertegenwoordigde die in beperkingen verbleven. De officier stelde dat dit het risico met zich meebracht dat de verdachten informatie zouden ontvangen die zij in het belang van het onderzoek niet mochten weten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het enkele feit dat een raadsman meerdere verdachten bijstaat, niet voldoende is om te concluderen dat het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte misbruikt zal worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie onvoldoende concrete omstandigheden heeft aangevoerd die een uitzondering op het beginsel van het vrije verkeer tussen raadsman en verdachte zouden rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom besloten het bevel tot beperking van het vrije verkeer op te heffen. Deze beslissing is genomen in het kader van de waarheidsvinding en het belang van een eerlijk proces voor de verdachten.