ECLI:NL:RBZWB:2013:5390

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juli 2013
Publicatiedatum
17 juli 2013
Zaaknummer
STR-13_1006
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte in strafzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juli 2013 een beslissing genomen over een bevel tot beperking van het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte. De officier van justitie had dit bevel aangevraagd, omdat de raadsman meerdere verdachten in dezelfde zaak vertegenwoordigde die in beperkingen verbleven. De officier stelde dat dit het risico met zich meebracht dat de verdachten informatie zouden ontvangen die zij in het belang van het onderzoek niet mochten weten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het enkele feit dat een raadsman meerdere verdachten bijstaat, niet voldoende is om te concluderen dat het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte misbruikt zal worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie onvoldoende concrete omstandigheden heeft aangevoerd die een uitzondering op het beginsel van het vrije verkeer tussen raadsman en verdachte zouden rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom besloten het bevel tot beperking van het vrije verkeer op te heffen. Deze beslissing is genomen in het kader van de waarheidsvinding en het belang van een eerlijk proces voor de verdachten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Raadkamernummer: 13/1007
Bevel ex artikel 50 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering
Beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, meervoudige raadkamer voor strafzaken, op het bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte van de officier van justitie ex artikel 50 Wetboek van Strafvordering, ingekomen d.d. 4 juli 2013 in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op[geboortedag] te [geboorteplaats],
wonende te[adres],[woonplaats],
thans verblijvende in de penitentiaire inrichting Middelburg, locatie Torentijd,
raadsman mr. Sol, advocaat te Terneuzen.

1.De procedure

De procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het bevel tot beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte, ingekomen d.d. 4 juli 2013;
  • de overige stukken.
Tijdens het onderzoek in raadkamer op 5 juli 2013 zijn de officier van justitie
mr. Suijkerbuijk en de raadsman van verdachte mr. Sol gehoord.

2.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, onder verwijzing naar het door hem opgemaakte bevel beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte, gesteld dat indien een advocaat in één zaak meerdere verdachten bijstaat die worden verdacht van een verenigingsdelict en aan wie beperkingen zijn opgelegd, de vrees bestaat dat die verdachten op de hoogte raken van informatie die zij nog niet behoren te krijgen. In het kader van de waarheidsvinding moeten verdachten met verklaringen van elkaar en van getuigen worden geconfronteerd. Als verschillende verdachten dezelfde raadsman hebben komt het belang van het onderzoek daarmee in gevaar. Een raadsman moet immers zijn cliënten bijstaan bij de bepaling van hun individuele procesposities en kan daarbij (ongewild) informatie verschaffen waarvan zijn cliënten tijdelijk onkundig moeten blijven. Op basis daarvan zouden zij hun procesposities kunnen aanpassen, waardoor het onderzoek zou kunnen worden belemmerd. In het onderhavige geval zullen er nog getuigen worden gehoord. Het is van belang dat de verdachten met deze verklaringen geconfronteerd kunnen worden. De verdachte zal na afloop van de inverzekeringstelling heengezonden worden.

3.Standpunt van de raadsman

De raadsman heeft aangevoerd dat artikel 50 van het Wetboek van Strafvordering vereist dat er sprake moet zijn van bepaalde omstandigheden waaruit een ernstig vermoeden voortvloeit dat het vrije verkeer tussen raadsman en verdachte zal strekken om de verdachte bekend te maken met enige omstandigheid waarvan hij in het belang van het onderzoek onkundig moet blijven. Deze omstandigheden moeten concreet aanwijsbaar zijn. Door de officier van justitie zijn onvoldoende concrete omstandigheden genoemd. Het geven van het bevel is een automatisme geworden in een situatie waarbij een raadsman belangen behartigt van meerdere medeverdachten die in beperkingen zitten. In het onderhavige geval is er sprake van een te zwaar middel dat niet door het dossier gedragen wordt. Er is geen sprake van onthouding stukken en de verdachten verklaren openlijk. Voorts is er sprake van een situatie waarin de verdachten al geruime tijd op de hoogte waren van het feit dat ze mogelijk als verdachten zouden worden aangemerkt.

4.De beoordeling

Aan de orde is de vraag of sprake is van omstandigheden, waaruit een ernstig vermoeden voortvloeit dat het vrije verkeer tussen de raadsman en verdachte ertoe zal strekken dat verdachte bekend zal raken met omstandigheden waarvan hij in het belang van het onderzoek onkundig moet blijven.
De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat een raadsman de belangen behartigt van meerdere verdachten in dezelfde zaak, die gedetineerd zijn en in beperkingen verblijven onvoldoende grond is voor het ernstig vermoeden dat het vrije verkeer tussen de raadsman en verdachte ertoe zal strekken dat verdachte bekend zal raken met omstandigheden waarvan die verdachte in het belang van het onderzoek onkundig moet blijven en voor het vermoeden dat het vrije verkeer wordt misbruikt voor pogingen om de opsporing van de waarheid te belemmeren.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de officier van justitie – in het licht van de zwaarte van de onderhavige zaak en de door de raadsman genoemde omstandigheden – onvoldoende concrete omstandigheden aangevoerd die een uitzondering op het beginsel van het vrije verkeer tussen de raadsman en verdachte en als gevolg daarvan een bevel ex artikel 50 lid 2 Wetboek van Strafvordering zouden kunnen rechtvaardigen.
Gelet op het hiervoor overwogene zal de rechtbank het bevel beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte opheffen.

5.De beslissing

De rechtbank heft op het door de officier van justitie gegeven bevel beperking vrij verkeer tussen raadsman en verdachte.
Deze beslissing is gegeven door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst, voorzitter, mr. G.H. Nomes en mr. J.B. Smits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Verdonk, griffier en is uitgesproken in raadkamer van 5 juli 2013.
De officier van justitie in het arrondissement Middelburg brengt vorenstaande ter kennis van belanghebbende,
Middelburg,
De officier van justitie ,
Gezien op:
De directeur, afschr. raadsman d.d. afschr. OVJ d.d.