Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 27 juni 2013 van de meervoudige kamer in de zaken tussen
[eiser], te [plaats], eiser,
de korpschef van politie, als rechtsopvolger van
Procesverloop
Overwegingen
wil ik met [naam collega] niet meer op pad. Het idee dat ik op een klus af moet met een kankerpatiënt staat mij niet aan. Wat weet de teamleiding hier vanaf? Hoe kan het dat [naam collega] toch operationeel mee draait terwijl zij kankerpatiënt is? Wat is hier aan de hand en hoe moet ik daar mee om gaan?” De leidinggevenden hebben eisers collega’s ingelicht over de inhoud van het e-mailbericht.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit I niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit II gegrond;
- vernietigt bestreden besluit II;
- herroept het primaire besluit van 23 oktober 2012, en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit II;
- draagt verweerder op het in de procedure met zaaknummer BRE 13/2509 AW betaalde griffierecht van € 156,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser in die procedure tot een bedrag van € 944,-.