In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en het UWV over de toekenning van een WW-uitkering. De eiser, een ambtenaar bij de gemeente Drimmelen, werd verdacht van het lekken van vertrouwelijke informatie naar de media en het printen van vertrouwelijke documenten. Na een onderzoek door een extern bureau, dat gebruik maakte van een keylogger, werd geconcludeerd dat de eiser betrokken was bij het printen van vertrouwelijke documenten. De werkgever bood de eiser de mogelijkheid om zelf ontslag te nemen om strafontslag te voorkomen, wat de eiser deed. Het UWV weigerde echter de WW-uitkering op basis van verwijtbare werkloosheid, omdat de eiser zelf verantwoordelijk was voor zijn ontslag.
De rechtbank oordeelde dat het UWV onvoldoende onderzoek had gedaan naar de bezwaren van de eiser. Het UWV had zich enkel gebaseerd op het rapport van de werkgever en had geen eigen onderzoek verricht naar de mogelijkheid dat de gegevens gemanipuleerd waren. De rechtbank stelde vast dat de UWV niet had aangetoond dat de eiser verwijtbaar werkloos was, omdat er onvoldoende bewijs was dat de eiser daadwerkelijk de vertrouwelijke informatie had gelekt of dat hij de documenten had geprint. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van het UWV en droeg het UWV op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het UWV veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan de eiser.