Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 25 juni 2013 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 1], te [plaats], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
De vernietiging houdt volgens eiser ook stand. Ten onrechte is voorbij gegaan aan de medische verklaring van zijn arts met betrekking tot zijn psychische gesteldheid. Hij verwijst daarvoor ook naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van
Ingevolge het tweede lid kan het bestuursorgaan, wanneer geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden vermeld, zonder toepassing te geven aan artikel 4:5 van de Awb, de aanvraag afwijzen onder verwijzing naar zijn eerdere afwijzende beschikking.
[eiser 2] was op de hoogte gebracht dat als hij zelf ontslag zou nemen, het recht op een WW-uitkering vervalt, meneer was op de hoogte van de consequenties en heeft hiervoor gekozen.” De rechtbank is van oordeel dat gelet hierop eiser in ieder geval bijna een maand na het ondertekenen van de minnelijke regeling, en binnen de termijn waarin bezwaar gemaakt kon worden tegen het ontslagbesluit, de gevolgen van het aangaan van de regeling heeft overzien. Van de zijde van het college is hij nog voor de totstandkoming van de regeling ook uitdrukkelijk op die gevolgen gewezen. Van een verdergaande zorgplicht is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake, temeer niet nu eiser zich door een professionele gemachtigde heeft laten bijstaan. Naar het oordeel van de rechtbank is derhalve het standpunt van eiser dat hij niet voor zijn belangen kon opkomen en zijn wil kon bepalen niet aannemelijk. Eenzelfde beeld komt daarbij naar voren uit e-mails die eiser heeft verzonden aan zijn toenmalige gemachtigde en de gemachtigde van het college. Zo verzoekt eiser in een e-mail van 6 juni 2012, een dag voor het ondertekenen van de regeling, aan de gemachtigde van het college om bepaalde vergoedingen op de meest gunstige wijze uit te betalen. Twee dagen eerder verzoekt eiser aan zijn gemachtigde om uitbetaling van zijn resterende vakantiedagen te laten plaatsvinden. Eiser heeft hierover tijdens de hoorzitting aangegeven dat deze berichten verstuurd zijn door een familielid, maar wel onder zijn verantwoordelijkheid.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.