Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
vonnis van de kantonrechter d.d. 15 mei 2013
het verloop van de procedure
- dagvaarding van 14 december 2012,
- conclusies van antwoord,
- tussenvonnis van 9 januari 2013,
- comparitie van partijen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 15 mei 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Grenkefinance N.V. en de vennootschap onder firma De Tukker. Grenke vorderde betaling van achterstallige leasetermijnen en ontbinding van de leaseovereenkomst, die was aangegaan voor een alarmsysteem. De Tukker had de betalingen stopgezet, omdat zij vond dat Grenke en de leverancier van het alarmsysteem, [bedrijf], hun verplichtingen niet nakwamen. De Tukker had op 5 januari 2010 Grenke en [bedrijf] gesommeerd om hun verplichtingen na te komen, maar na uitblijven van een reactie had zij de overeenkomst als ontbonden beschouwd.
De kantonrechter oordeelde dat de leaseovereenkomst en de abonneringsovereenkomst zozeer met elkaar verbonden waren dat de ontbinding van de abonneringsovereenkomst ook de leaseovereenkomst met zich meebracht. De rechter stelde vast dat De Tukker terecht had gesteld dat Grenke tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, waardoor de ontbinding van de leaseovereenkomst gerechtvaardigd was. De vorderingen van Grenke tot betaling van de achterstallige leasetermijnen en toekomstige leasetermijnen werden afgewezen, omdat de ontbinding van de leaseovereenkomst De Tukker bevrijdde van de verplichting tot betaling.
De kantonrechter wees de vordering van Grenke af en veroordeelde Grenke in de proceskosten, die aan de zijde van De Tukker op nihil werden begroot. Dit vonnis benadrukt het belang van de onderlinge verbondenheid van overeenkomsten en de gevolgen van tekortkomingen in de nakoming van verplichtingen door een van de partijen.