ECLI:NL:RBZWB:2013:353

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 januari 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
244909 / 12-4200
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Honoreren beroep op dwaling bij afsluiten auto verzekeringsovereenkomst

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 21 januari 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Polis Direct B.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft een beroep op dwaling bij het afsluiten van een autoverzekering. De gedaagde had op 23 december 2010 een BOVAG Autoverzekering Plus afgesloten, waarbij de premie was berekend op basis van 13 schadevrije jaren. Echter, na het afsluiten van de verzekering bleek dat deze schadevrije jaren al door een andere verzekeraar waren gebruikt, wat leidde tot een aanzienlijke verhoging van de premie van € 818,43 naar € 2.400,30.

De gedaagde betwistte de vordering van Polis Direct, die een bedrag van € 539,14 vorderde, en stelde dat hij de verzekering nooit zou hebben afgesloten als hij had geweten dat de premie zo hoog zou zijn. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich terecht op dwaling beriep, aangezien Polis Direct niet had aangetoond dat de gedaagde correct was geïnformeerd over de schadevrije jaren en de gevolgen daarvan voor de premie. De rechter concludeerde dat de gedaagde de verzekering niet zou hebben afgesloten als hij vooraf goed was geïnformeerd.

Daarom werden de vorderingen van Polis Direct afgewezen en werd deze in de proceskosten veroordeeld, die op nihil werden begroot omdat de gedaagde in persoon procedeerde. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en informatieverstrekking door verzekeraars bij het aangaan van verzekeringsovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Zittingsplaats Middelburg
zaak/rolnr.: 244909 / 12-4200

vonnis van de kantonrechter d.d. 21 januari 2013

inzake
de besloten vennootschap
Polis Direct B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eisende partij,
verder te noemen: Polis Direct,
gemachtigde: Cannock Chase Incasso
t e g e n :

[gedaagde],

wonende te[woonplaats],
gedaagde partij,
verder te noemen:[gedaagde],
in persoon.

het verloop van de procedure

De procedure is als volgt verlopen:
  • dagvaarding van 26 september 2012,
  • schriftelijk antwoord,
  • conclusie van repliek,
  • schriftelijke toelichting.

de beoordeling van de zaak

1.
[gedaagde] heeft met ingang van 23 december 2010 een BOVAG Autoverzekering Plus afgesloten voor de duur van een jaar voor zijn voertuig met [kentekennummer]. Bij het afsluiten van de verzekering is de premie berekend naar 13 schadevrije jaren. De schadevrije jaren geven recht op een korting van 80% van de premie. Als eerste termijnbetaling is in de polis een bedrag van € 214,80 vermeld. Dit bedrag is inclusief eenmalig in rekening gebrachte poliskosten van € 10,--.[gedaagde] heeft op 4 januari 2011 een bedrag van € 214,80 betaald en op 15 februari 2011 een bedrag € 415,23. De polis is per 23 mei 2011 beëindigd wegens het niet betalen van de premie door[gedaagde].
2.1
Polis Direct vordert de veroordeling van[gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 433,62 te vermeerderen met een bedrag van € 16,27 wegens vervallen rente tot 26 september 2012 en 89,25 wegens incassokosten, het totaal van € 539,14 vermeerderd met verdere rente en de proceskosten.
2.2
Polis Direct stelt dat zij de verzekeringspremie heeft moeten aanpassen, omdat na onderzoek is gebleken dat de 13 schadevrije jaren reeds gebruikt zijn door een andere verzekeraar, waar een andere auto van[gedaagde] is verzekerd. Volgens Polis Direct mogen de schadevrije jaren slechts bij een verzekeraar worden gebruikt. Aangezien[gedaagde] het andere voertuig niet ook bij haar wilde verzekeren, waardoor de 13 schadevrije jaren voor beide voertuigen zouden gelden, is de jaarpremie verhoogd van € 818,43 naar € 2.400,30. Deze premie is berekend naar 1 schadevrij jaar.[gedaagde]
3.
[gedaagde] heeft de vordering betwist. Hij voert hiertoe aan dat hij op grond van een gunstige aanbieding één van zijn auto’s voor de verzekering heeft ondergebracht bij Bovag, niet bij Polis Direct. Daarbij is gevraagd naar het aantal schadevrije jaren, welke[gedaagde] naar eer en geweten heeft opgegeven.[gedaagde] stelt dat hij de brief van 23 december 2010, waarbij de polisdocumenten werden opgestuurd en een voorbehoud wordt gemaakt met betrekking tot de opgave van het aantal schadevrije jaren, pas heeft ontvangen na acceptatie van de aanvraag. Polis Direct had ook vóór de acceptatie het zogenaamde systeem Roy-data kunnen raadplegen met betrekking tot de opgave van de schadevrije jaren. Van de Berge stelt voorts dat hij geen € 2.400,-- aan premie gaat betalen, als hij de auto elders voor een bedrag van € 870,-- kan verzekeren.
4.
Aan[gedaagde] kan worden toegegeven dat de positie van Polis Direct onduidelijk is. Noch in het polisblad, noch in de polisvoorwaarden wordt Polis Direct als verzekeraar of, zoals zij zichzelf noemt, volmacht, vermeld. Dat er sprake zou zijn van een volmacht wordt ook anderszins niet onderbouwd. In de polisvoorwaarden wordt N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij opgevoerd als gebruiker van de voorwaarden. In het polisblad wordt enkel Bovag Verzekeringen vermeld en alle correspondentie aan[gedaagde] wordt afgesloten met “ met vriendelijke groet, Bovag Verzekeringen”. De kantonrechter laat dit verweer evenwel uit praktische overweging rusten en zal ervan uitgaan dat tussen Polis Direct en[gedaagde] een contractuele relatie is ontstaan.
5.
De stelling van[gedaagde] dat hij geen € 2400,-- per jaar gaat betalen als hij zijn auto elders kan verzekeren voor € 870,-- per jaar, vat de kantonrechter aldus op, dat[gedaagde], indien hij tevoren geweten had dat hij bij Polis Direct een premie van € 2400,-- per jaar verschuldigd was, hij de verzekering nooit had afgesloten. Daarmee beroept[gedaagde] zich op dwaling. Dat beroep slaagt. Polis Direct heeft niet bestreden dat[gedaagde] op grond van een gunstige aanbieding één van zijn auto’s bij haar ter verzekering heeft aangeboden. Evenmin heeft Polis Direct weersproken dat[gedaagde] deze auto elders voor een jaarpremie van € 870,-- kon verzekeren en dat[gedaagde], als hij tevoren geweten had dat de jaarpremie € 2.400,-- zou bedragen, hij de verzekering nooit zou hebben afgesloten. In verband met de verzekeringsaanvraag is[gedaagde] gevraagd naar het aantal schadevrije jaren.[gedaagde] heeft het juiste aantal schadevrije jaren -Polis Direct heeft dat niet betwist- opgegeven, waarna de verzekeringsovereenkomst is gesloten en de jaarpremie is bepaald op € 818,43. Achteraf is de jaarpremie bijgesteld tot € 2.400,30, omdat[gedaagde] het aantal schadevrije jaren had “opgebruikt” voor een andere auto bij een andere verzekeraar. Daargelaten of de stelling van Polis Direct dat schadevrije jaren slechts gelden voor één voertuig bij één verzekeringsmaatschappij -Polis Direct heeft die stelling niet gemotiveerd- juist is, had het op de weg van Polis Direct gelegen[gedaagde] daarover vóór het aangaan van de verzekeringsovereenkomst in te lichten. Gesteld noch gebleken is dat[gedaagde] daarop is gewezen en aan[gedaagde] bij de aanvraag van de verzekering de vraag is gesteld of hij nog elders een auto had verzekerd en daarbij schadevrije jaren zijn opgegeven.
6.
Aannemelijk is dat[gedaagde] de verzekeringsovereenkomst niet was aangegaan, indien hij een juiste voorstelling van zaken had gehad, en hij was ingelicht dat de schadevrije jaren niet konden worden opgevoerd voor de verzekering bij Polis Direct. Nu het beroep op dwaling slaagt, zullen de vorderingen van Polis Direct worden afgewezen.
7.
Polis Direct dient als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te worden veroordeeld. Die kosten worden begroot op nihil nu[gedaagde] in persoon procedeert.

de beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Polis Direct in de kosten van het geding, welke aan de zijde van[gedaagde] tot op heden worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 januari 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.