Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.de stichting
2. Maria Johanna Petronella Heuvelmans,
- Nadat de zaak is aangehouden in verband met een mogelijke regeling in der minne zijn nog de volgende brieven binnengekomen:
- brief van mr. M. van der Meulen d.d. 31 januari 2013,
- brief met bijlage(n) van mr. N.M. Slump d.d. 1 februari 2013,
- brief met bijlage(n) van mr. M. van der Meulen 14 februari 2013.
1.de feiten
“Na mijn overlijden kunt u hem weghalen!!”. Bij brief van 10 maart 2006 heeft Zeeuws Museum de ontvangst van het codicil bevestigd en erflater bedankt voor zijn voornemen om de zilveren rijzweep na zijn dood aan haar te schenken.
Voorwaarde codicil. De Zweep is eigendom van het museum en ik mag er tot mijn dood nog van genieten”.Verder is onderaan een kopie van het codicil van 29 maart 2001 met rode pen toegevoegd: “
Ps. Is al eigendom tot mijn dood in bruikleen”.
“betreft: nalatenschap”,en bedankt zij erflater voor zijn voornemen om de zilveren rijzweep na zijn dood aan haar te schenken en deelt zij erflater mee dat zij het codicil zorgvuldig in het archief heeft opgeborgen. De handgeschreven briefjes van erflater, die Heuvelmans na zijn overlijden in zijn administratie heeft aangetroffen, maken dat niet anders. Het gaat hierbij immers om interne notities van erflater waarin hij naar het lijkt tot uitdrukking brengt wat op dat moment zijn perceptie is ten aanzien van de eigendom van de zilveren rijzweep, maar niet om een rechtshandeling; een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Ter ondersteuning van de stelling dat erflater de rijzweep -bij leven- aan Zeeuws Museum heeft geschonken, zijn een aantal schriftelijke verklaringen in het geding gebracht van relaties van erflater. Die verklaringen leggen echter onvoldoende gewicht in de schaal, nu de afleggers daarvan enkel verklaren wat zij van erflater hebben gehoord of hebben begrepen, maar uit geen van deze verklaringen blijkt dat zij getuige zijn geweest van een schenkingsaanbod aan en de aanvaarding daarvan door Zeeuws Museum. De in het geding gebrachte verklaring van een medewerkster van Zeeuws Museum en de registratie door Zeeuws Museum als schenker van de rij zweep leveren evenmin doorslaggevend bewijs op van een door erflater gedaan schenkingsaanbod.