In deze civiele zaak heeft eiseres, die onbedoeld betrokken raakte bij een vechtpartij in een café, gedaagden als groep aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft opgelopen. De vechtpartij vond plaats op 17 mei 2007, waarbij eiseres ten val kwam en ernstige blessures opliep, waaronder een gebroken schouder en middenvoetsbeentje. Eiseres vorderde schadevergoeding op grond van artikel 6:166 en 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door deel te nemen aan de vechtpartij, wat een chaotische situatie creëerde waarin zij gewond raakte. De rechtbank oordeelde dat de toedracht van de val van eiseres onduidelijk was en dat niet kon worden vastgesteld wie precies verantwoordelijk was voor haar verwondingen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van aansprakelijkheid van de gedaagden, omdat de schade niet direct aan hun handelen kon worden toegerekend. Eiseres werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden. Het vonnis werd uitgesproken op 20 februari 2013.