Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam jeugdige] (hierna: de jeugdige),
Het procesverloop
- de vader;
- de jeugdige, doch hij heeft zijn mening schriftelijk kenbaar gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de onder toezicht gestelde jeugdige. De ouders van de jeugdige, de vader en de moeder, zijn belast met het gezag, maar de jeugdige verblijft bij de moeder. De Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming heeft een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de jeugdige voor de duur van een jaar, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de jeugdige en de samenwerking met de vader niet tot stand komt. De vader heeft zich niet begeleidbaar opgesteld en er zijn geen afspraken met hem te maken over de kinderen.
Tijdens de zitting is gebleken dat de vader de belangen van de jeugdige schaadt door zijn gedrag, waaronder het geven van cadeaus aan de bezoekende kinderen en het weigeren van toestemming voor noodzakelijke medische behandeling. De kinderrechter heeft overwogen dat het in het belang van de jeugdige is dat de ondertoezichtstelling wordt verlengd, omdat de grond voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig is. De vader heeft geen stappen ondernomen om de samenwerking met de Stichting te verbeteren, wat de situatie verder bemoeilijkt.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de termijn van de ondertoezichtstelling te verlengen van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014, met behoud van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland als gezinsvoogdij-instelling. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven te Middelburg door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van F. Casant als griffier.