ECLI:NL:RBZWB:2013:1628

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
86645 / JE RK 12-773
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling jeugdige wegens schadelijk handelen vader en loyaliteitsconflict

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 februari 2013 een beschikking gegeven met betrekking tot de onder toezicht gestelde jeugdige. De ouders van de jeugdige, de vader en de moeder, zijn belast met het gezag, maar de jeugdige verblijft bij de moeder. De Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming heeft een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de jeugdige voor de duur van een jaar, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de jeugdige en de samenwerking met de vader niet tot stand komt. De vader heeft zich niet begeleidbaar opgesteld en er zijn geen afspraken met hem te maken over de kinderen.

Tijdens de zitting is gebleken dat de vader de belangen van de jeugdige schaadt door zijn gedrag, waaronder het geven van cadeaus aan de bezoekende kinderen en het weigeren van toestemming voor noodzakelijke medische behandeling. De kinderrechter heeft overwogen dat het in het belang van de jeugdige is dat de ondertoezichtstelling wordt verlengd, omdat de grond voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig is. De vader heeft geen stappen ondernomen om de samenwerking met de Stichting te verbeteren, wat de situatie verder bemoeilijkt.

De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de termijn van de ondertoezichtstelling te verlengen van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014, met behoud van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland als gezinsvoogdij-instelling. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven te Middelburg door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van F. Casant als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Zittingsplaats: Middelburg
zaak/reknr: 86645 / JE RK 12-773
beschikking van de kinderrechter d.d. 12 februari 2013
in de zaak met betrekking tot de onder toezicht gestelde jeugdige

[naam jeugdige] (hierna: de jeugdige),

geboren te[geboorteplaats + -datum],
als kind van
[naam vader] (hierna: de vader), wonende te [adres],
en
[naam moeder](hierna: de moeder), wonende op een geheim adres.
De ouders zijn belast met het gezag over de jeugdige.
De jeugdige verblijft bij de moeder.

Het procesverloop

Op 21 december heeft de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming namens de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland (hierna: de Stichting) een verzoekschrift met bijlagen ingediend, strekkende tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de jeugdige voor de duur van een jaar.
Op 11 februari 2013 is van de jeugdige een brief ontvangen.
Op 12 februari 2013 heeft de kinderrechter het verzoek ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- de Stichting;
alsmede de volgende belanghebbenden:
- de moeder en haar partner, [naam partner].
Hoewel opgeroepen zijn de volgende belanghebbenden niet verschenen:
  • de vader;
  • de jeugdige, doch hij heeft zijn mening schriftelijk kenbaar gemaakt.

De feiten

Bij beschikking van de kinderrechter van 1 maart 2010 is de ondertoezichtstelling van de jeugdige uitgesproken met ingang van 1 maart 2010 en tot 1 maart 2011 met benoeming van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland tot gezinsvoogdij-instelling, feitelijk uit te voeren door de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming.
Bij beschikking van de kinderrechter van 14 februari 2012 is de ondertoezichtstelling laatstelijk verlengd met ingang van 1 maart 2012 en tot 1 maart 2013 met behoud van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland als gezinsvoogdij-instelling, feitelijk uit te voeren door de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming.

De beoordeling

Ter zitting is door de Stichting gesteld dat het nog steeds niet mogelijk is gebleken om met de vader tot een samenwerkingsrelatie te komen. Hierdoor is er geen zicht op de jeugdige bij de vader thuis. De vader geeft de Stichting geen inzicht en stelt zich niet begeleidbaar op. Hij is hier ook niet op aanspreekbaar. Gebleken is dat binnen het gezin strijd ontstaat wanneer er omgang met de vader is geweest. Bij thuiskomst bij de moeder leidt dit tot een escalatie tussen de jeugdigen onderling. De Stichting verzoekt om de ondertoezichtstelling te verlengen, omdat het in het belang is van de jeugdige dat zijn ontwikkeling wordt gevolgd.
Door de moeder en haar partner is ter zitting verklaard dat zij zich zorgen maken over de jeugdige. De vader verzet zich tegen hulpverlening en houdt alles af en er zijn geen afspraken met hem te maken over hetgeen de kinderen aangaat. De moeder maakt zich zorgen over de situatie bij de vader thuis als de jeugdige daar is.
De kinderrechter overweegt als volgt.
Op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is gebleken, is de kinderrechter van oordeel dat in het belang van de jeugdige de ondertoezichtstelling moet worden verlengd nu de grond voor de ondertoezichtstelling nog aanwezig is. Er zijn nog steeds ernstige zorgen over de ontwikkeling van de jeugdige. In de beschikking van 14 februari 2012 is al overwogen dat de situatie verder wordt bemoeilijkt doordat er geen samenwerking tussen de vader en de Stichting tot stand kan komen, alsmede dat het aan de vader is om stappen te ondernemen teneinde –in het belang van de jeugdige- de samenwerking met de Stichting te verbeteren. Gebleken is dat de vader hieraan geen gevolg heeft gegeven.
Uit het verzoekschrift van de Stichting is voorts onder meer op te maken dat de vader de bezoekende kinderen cadeaux geeft en de thuisblijvende kinderen niet. Door zo te handelen schaadt de vader naar het oordeel van de kinderrechter de belangen en het emotionele welzijn van de kinderen, waaronder de jeugdige. Aannemelijk is dat dit tot spanningen leidt en voeding geeft aan het loyaliteitsconflict waarin de jeugdige zich als gevolg van de jarenlange strijd tussen de ouders bevindt. Daar komt bij dat de vader weigert toestemming te verlenen voor de noodzakelijke medische behandeling van de jeugdige. De jeugdige heeft een intakegesprek gehad bij Ithaka-Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie te Kloetinge, waar is geadviseerd om de jeugdige in verband met zijn problematiek te behandelen. Door de weigering hier toestemming voor te geven, handelt de vader zeer onverantwoord.
Het handelen van de vader –ten aanzien van de samenwerking met de Stichting, maar ook met betrekking tot de jeugdige- is, naar op basis van algemene ervaringsregels mag worden aangenomen, schadelijk voor de ontwikkeling van de jeugdige. Het is immers in het belang van de jeugdige dat hij de hulp krijgt die hij nodig heeft. De kinderrechter vindt de opstelling van de vader onbegrijpelijk en zeer zorgwekkend. Dit geldt ook voor het feit dat de vader niet ter zitting verschijnt om over het voorliggende verzoek van de Stichting te spreken.
Gelet op het voorgaande is de gezinsvoogd nodig om het belang van de jeugdige en zijn ontwikkeling in het oog te houden. Het verzoek van de Stichting zal worden toegewezen.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de termijn van de ondertoezichtstelling van de jeugdige met ingang van 1 maart 2013 en tot 1 maart 2014 met behoud van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zeeland als gezinsvoogdij-instelling, feitelijk uit te voeren door de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven te Middelburg door mr. G.H. Nomes, in tegenwoordigheid van F. Casant als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 februari 2013.
(FC)